Advertenties
Uw spel opnemen
U kunt maximaal 5 performances opnemen als gebruikerssongs (User 1–5: songnummers
203–207). U kunt de opgenomen gebruikerssongs afspelen op het instrument. De
opgenomen gebruikerssong kan op dezelfde manier als de presetsongs worden afgespeeld.
Trackstructuur van een song
U kunt uw performance opnemen op de volgende
twee tracks van een gebruikerssong, afzonderlijk of
tegelijkertijd.
Track 1:
Op deze track wordt uw melodieperformance
opgenomen.
Track 2:
Op deze track wordt uw melodieperformance of het
afspelen van een stijl (wijzigingen van akkoorden en
secties) opgenomen.
Gegevenscapaciteit voor opnamen:
U kunt in totaal circa 10.000 noten in de vijf
gebruikerssongs opnemen.
Quick Recording
Deze handeling is handig om een nieuwe song af te
spelen zonder een track te hoeven selecteren.
1
Geef de gewenste instellingen op, zoals
voor voice en stijl.
Als u alleen de melodieperformance wilt
opnemen, zet u ACMP uit (pagina 45). Als u zowel
het afspelen van de stijl of het ritme als de
melodieperformance wilt opnemen, zet u ACMP
aan (pagina 45).
2
Druk op de knop [REC] om de modus
Record Ready te activeren.
Met deze bewerking wordt de laagst genummerde
niet-opgenomen gebruikerssong ('User 1'–'User 5')
geselecteerd als het opnamedoel, als er niet vooraf
een gebruikerssong is opgegeven of als de modus
Record Ready is geactiveerd vanuit de stijlmodus.
Als u een andere song wilt selecteren, gebruikt u de
knoppen [+/YES] en [-/NO].
EC
U kunt de Record Ready-modus verlaten door
opnieuw op de knop [REC] te drukken zodat
deze niet meer knippert op de display.
Gebruikerssongnummer
User 1
001
Knippert
LET OP
• Als alle gebruikerssongs opgenomen gegevens bevatten,
wordt automatisch 'User 1 (Song Number 203)'
geselecteerd. Omdat u in dit geval over eventuele
bestaande gegevens in 'User 1' heen opneemt en deze wist,
adviseren we u om belangrijke gegevens op te slaan op een
computer (zie pagina 59).
OPMERKING
• U kunt ACMP in deze status niet in- of uitschakelen als u in
deze status een andere stijl kunt selecteren met de knop
[STYLE] en de nummerknoppen.
3
Bespeel het keyboard om de opname te
starten.
Als ACMP is ingeschakeld, kunt u het ritme van
het afspelen van de stijl afzonderlijk opnemen
door op de knop [START/STOP] te drukken en de
sectie (pagina 46) te wijzigen.
Splitpunt ... standaardinstelling: 054 (F#2)
36
48
Bereik voor
automatische
begeleiding
4
Druk op de knop [START/STOP] om de
opname te stoppen.
Wanneer u een stijl gebruikt, kunt u de opname
ook stoppen door op de knop [INTRO/ENDING/
rit.] te drukken en vervolgens te wachten tot het
afspelen is geëindigd.
LET OP
• Nadat de opname is gestopt, wordt op de display enige tijd
het bericht 'Writing!' weergegeven. Probeer nooit het
instrument uit te zetten als dit bericht op de display wordt
weergegeven. Het interne geheugen kan dan beschadigd
raken en er kunnen gegevens verloren gaan.
5
Druk op de knop [START/STOP] als u het
afspelen van de opgenomen song wilt
starten.
Beperkingen tijdens het opnemen
• U kunt geen reverbniveau of metronoomklikken
opnemen, en ook geen instellingen voor
transponeren en stemmen.
• De volgende instellingen en knoppen zijn niet
beschikbaar of kunnen niet worden opgenomen als
deze worden gebruikt:
ACMP ON/OFF, Split Point, Reverb Type, Chorus
Type, Harmony/Arpeggio Type, [FUNCTION]-knop,
[PORTABLE GRAND]-knop.
• Als u het keyboard bespeelt terwijl u de DSP aanzet
en uw spel opneemt, zorg er dan voor dat u opneemt
op track 1.
EZ-300 Gebruikershandleiding
60
72
51
Advertenties
Hoofdstukken
