Driefasenpompen
De pompmotor is zodanig ontworpen dat de fase-
volgorde in de klemmenkast met de klok mee gaat.
Dit kan worden bepaald met een fasevolgordedetec-
tor. De pomp schakelt niet in bij een onjuiste fase-
volgorde.
Als de droogloopsensoren in de vloeistof onderge-
dompeld zijn maar de pomp schakelt niet in, dan kan
dit worden veroorzaakt door een onjuiste fasevolg-
orde. Verwissel L1 en L2.
Afb. 3
Bedradingsschema voor driefasen pom-
pen
3.2.2 Grundfos CIU
CIU staat voor "Communicatie-interface Unit" en CIU
wordt gebruikt als een communicatie-interface tus-
sen een DP of EF AUTO
communicatienetwerk.
CIU is optioneel. Zie de afzonderlijke installatie- en
bedieningsinstructies die bij de unit worden gele-
verd.
3.2.3 Alarmrelais of communicatieverbinding
In de pomp is een alarmrelaisuitgang opgenomen.
NC en NO zijn beschikbaar en kunnen naar wens
worden gebruikt, bijvoorbeeld voor akoestische of
visuele alarmmeldingen. Maximale belasting van
relais bedraagt 230 VAC 2 A.
Als alternatief kunnen de draden 4 en 6 worden
gebruikt voor externe communicatie via een CIU.
Als een CIU is aangesloten, gebruikt u
geen relais. In de CIU is een relais opge-
nomen dat de alarmfunctie overneemt.
Voor een voorbeeld van het aansluitschema wordt
verwezen naar de documentatie die met de CIU
wordt meegeleverd.
3.2.4 Voedingsvereiste
De maximaal toegestane systeemimpedantie Zmax
moet 0,24 ohm bij 50 Hz bedragen op het interface-
punt van de voeding van de gebruiker of de stroom-
capaciteit, die 100 A per fase bedraagt, geleverd via
een distributienetwerk.
Zo niet, dan kan er een gering spanningsverlies
optreden, dat kan resulteren in het kort knipperen
van een elektrisch lampje.
pomp en een data-
ADAPT
Raadpleeg de elektriciteitsmaatschappij, indien
nodig, om te controleren of de stroomcapaciteit op
het interfacepunt voldoende is voor de apparatuur.
4. Het product in bedrijf nemen
LET OP
Beknelling van de handen
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Steek niet uw handen of gereedschap in
de zuig- of persopening nadat de pomp
met de voeding is verbonden, tenzij de
pomp is uitgeschakeld door verwijdering
van de zekeringen of door uitschakeling
van de netschakelaar.
- U dient er zeker van te zijn dat de voe-
dingsspanning niet per ongeluk kan
worden ingeschakeld.
Voorafgaand aan het inschakelen van het
product:
- Zorg dat de zekeringen zijn verwijderd.
- Verifieer dat alle beschermende onder-
delen correct aangesloten zijn.
LET OP
Biologisch gevaar
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat u de pompuitlaat correct
afdicht bij het aanbrengen van de pers-
leiding, anders kan er water uit de
afdichting spuiten.
WAARSCHUWING
Beknelling van de handen
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg er bij het ophijsen van de pomp
voor dat uw hand niet bekneld raakt tus-
sen de hijsbeugel en de haak.
GEVAAR
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat de haak goed is beves-
tigd aan de hijsbeugel.
- Hijs de pomp altijd met behulp van de
hijsbeugel of met een vorkheftruck wan-
neer de pomp op een pallet is geplaatst.
- Hijs de pomp nooit op aan de voedings-
kabel, slang of leiding.
- Zorg ervoor dat de hijsbeugel goed is
bevestigd voordat de pomp wordt opge-
hesen. Draai zo nodig vast.
9