Inhoudsopgave
Advertenties
4.2 Voorbereiden voor inschakelen
4.2.1 Standaardinstellingen
De pomp wordt af fabriek met de volgende stan-
daardinstellingen geleverd.
Parameter
Inschakelvertra-
ging, willekeurig
Inschakelniveau
Alarm hoog niveau
Vastloopbeveiliging:
Interval
Duur
Indien één of meer van de bovenstaande parameters
moeten worden gewijzigd, gebruik daarvoor dan de
optionele CIU samen met Grundfos GO.
De CIU kan tijdelijk worden aangesloten voor confi-
guratiedoeleinden. Als geen CIU beschikbaar is,
kunnen de parameters worden gewijzigd met behulp
van het Grundfos PC-programma.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de
CIU voor verdere informatie.
Afb. 6
In- en uitschakelniveaus
4.2.2 Pompwisseling
Als maximaal vier pompen in dezelfde put worden
opgesteld, zorgt de regellogica die in de pomp is
opgenomen ervoor dat de belasting over de tijd
evenredig wordt verdeeld tussen de pompen.
De pompwisseling wordt uitgevoerd volgens een
gepatenteerde methode op basis van de meting van
het vloeistofniveau in de put.
De barometrische druk kan van invloed
zijn op de volgorde van wisseling.
4.3 In- en uitschakelniveaus
4.3.1 Het inschakelniveau instellen
Het inschakelniveau van de pomp kan worden beïn-
vloed door de barometrische druk. Bij lange interval-
len tussen in- en uitschakeling kan het daadwerke-
lijke inschakelniveau afwijken van het ingestelde
0,6 - 2,6 kW
inschakelniveau. Zie de onderstaande voorbeelden.
Uit
Voorbeeld 1: Constante barometrische druk
De pomp schakelt in wanneer het vloeistofniveau in
25 cm
de put het ingestelde inschakelniveau heeft bereikt.
+10 cm
De pomp draait dan tot het vloeistofniveau het uit-
schakelniveau bereikt. Wanneer de pomp uitscha-
3 dagen
kelt, kalibreert de pomp zichzelf op basis van de
2 sec.
daadwerkelijke barometrische druk. Zie afb. 7.
Voorbeeld 2: Stijgende barometrische druk
Alarm
Als de barometrische druk daalt nadat de pomp is
Start
uitgeschakeld, dan registreert de pomp deze daling
als een daling in vloeistofniveau. Het gevolg kan zijn
dat de pomp inschakelt voordat het ingestelde
inschakelniveau is bereikt. Zie afb. 8.
Stop
Pomp werkt
Barometrische druk
Afb. 7
Voorbeeld 1: Constante barometrische
druk
Pomp werkt
Barometrische druk
Afb. 8
Voorbeeld 2: Stijgende barometrische
druk
Inschakelniveau
Uitschakelniveau
Inschakelniveau
Uitschakelniveau
11
Advertenties
Inhoudsopgave
