y M m Meerv. belicht. Lichter
De camera legt automatisch bewegende voorwerpen vast met regelmatige tussenpozen,
vergelijkt elk beeld waarbij alleen de heldere gedeelten worden opgenomen in de compositie
en slaat deze vervolgens op als één beeld. Zo worden lichtsporen vastgelegd zoals bewegende
autolichten of bewegende sterren.
Selecteer n Nacht + lichtsporen of W Sterrensporen op het scherm dat wordt
weergegeven wanneer m Meerv. belicht. Lichter is geselecteerd.
Optie
n Nacht +
lichtsporen
W Sterrensporen
Het scherm wordt mogelijk uitgeschakeld tijdens het opname-interval. Het camera-aan-lampje
knippert terwijl het scherm is uitgeschakeld.
U kunt het opnemen beëindigen voordat deze automatisch eindigt door op de k knop te
drukken.
Beëindig de opname wanneer u het gewenste spoor hebt. Als u de opname laat doorlopen,
kunnen details in de samengevoegde gebieden verdwijnen.
Voor opnamen van onderwerpen op grote afstand, zoals vliegtuigen of vuurwerk, raden wij u
aan om de scherpstelstand op B (oneindig) of m (handmatige scherpstelling) te zetten
(A67).
Belichtingscompensatie kan niet worden gebruikt (A70).
B
Opmerkingen over Meervoudige belichting Lichter
Draai niet aan de standknop en plaats geen nieuwe geheugenkaart vóór het einde van de opname.
Gebruik batterijen die voldoende resterende lading bevatten om te voorkomen dat de camera
wordt uitgeschakeld tijdens het opnemen.
C
Resterende tijd
U kunt de resterende tijd tot de automatische beëindiging van
de opname controleren op het scherm.
Opnamefuncties
Onderwerpstand (opname op basis van de opnameomstandigheden)
Gebruik deze functie om de beweging
van autolichten tegen de achtergrond
van een nachtlandschap vast te leggen.
U kunt de instelschijf draaien om het
gewenste interval tussen de opnamen
in te stellen. Het ingestelde interval
wordt de sluitertijd. De camera stopt
nadat 50 opnamen zijn gemaakt.
Van elke 10 gemaakte opnamen wordt
één samengesteld beeld opgeslagen,
met daarin het overlappende lichtspoor van het begin van de opnamen.
Gebruik deze functie voor het vastleggen van de beweging van sterren.
Opnamen worden gemaakt met een sluitertijd van 25 seconden en een
tussentijd van 30 seconden. De camera stopt nadat 300 opnamen zijn gemaakt.
Van elke 30 gemaakte opnamen wordt één samengesteld beeld
opgeslagen, met daarin het overlappende lichtspoor van het begin van
de opnamen.
Beschrijving
47
1 m 4 0 s
1 m 4 0 s
2 " 2 "
F 5 . 6
F 5 . 6
1 0 m 0 s
1 0 m 0 s
Opname stoppen
Opname stoppen
2 5 m 0 s
2 5 m 0 s
1 4 0 0
1 4 0 0