B
Cameratemperatuur
Het is mogelijk dat de camera heet wordt tijdens het opnemen van films gedurende een langere
tijd resp. bij gebruik van de camera in een warme omgeving.
Als de temperatuur in de camera extreem hoog wordt tijdens het opnemen van een film, kan de opname
automatisch stoppen. De resterende tijd tot de camera de opname stopt (B10s) wordt weergegeven.
Nadat de camera de opname heeft gestopt, wordt de camera automatisch uitgezet.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld.
Opmerkingen over films opnemen
B
Opmerkingen over beelden opslaan en films opnemen
De aanduiding voor het aantal resterende opnamen of de aanduiding voor de resterende
opnametijd knippert terwijl er beelden worden opgeslagen of een film wordt opgenomen. Open
het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet en verwijder de batterij of
geheugenkaart niet terwijl er een aanduiding knippert. Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens
verloren gaan, of de camera of geheugenkaart beschadigd raken.
B
Opmerkingen over opgenomen films
De zoomaanduiding wordt tijdens filmopname niet weergegeven.
Er kan enige afname in beeldkwaliteit optreden wanneer de digitale zoom gebruikt wordt.
Wanneer u tijdens een filmopname inzoomt, stopt de zoombeweging tijdelijk bij de positie
waarbij de optische zoom overgaat in de digitale zoom.
Geluiden van de zoomregeling, zoom, autofocus, vibratiereductie of diafragmaregeling als de
helderheid wijzigt, kunnen worden opgenomen.
De volgende zaken kunnen tijdens het opnemen van films op het scherm zichtbaar zijn. Deze
zaken worden in de opgenomen films opgeslagen.
- Er kunnen strepen optreden in opnamen die in de buurt van tl-lampen, kwikdamplampen of
natriumlampen zijn gemaakt.
- Onderwerpen die snel van de ene naar de andere zijde van het beeld bewegen, zoals een
bewegende trein of auto, kunnen vervormd lijken.
- De hele film kan vervormd lijken als de camera bewogen wordt.
- Verlichting of andere heldere delen kunnen restbeelden achterlaten wanneer de camera bewogen wordt.
Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de hoeveelheid zoom die wordt toegepast, kunnen
bij onderwerpen met herhalende patronen (stoffen, vensters met kleine ruiten, etc.) gekleurde strepen
verschijnen bij de opname en weergave van de film. Dit gebeurt wanneer het patroon in het
onderwerp en de lay-out van de beeldsensor onderling voor interferentie zorgen; dit is geen storing.
B
Opmerkingen over autofocus voor filmopname
Het is mogelijk dat autofocus niet werkt zoals verwacht (A76). Indien dit gebeurt, stel dan scherp
via de handmatige scherpstelling (A67, 68) of probeer het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voordat de
filmopname wordt gestart.
2. Kadreer een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het
daadwerkelijke gewenste onderwerp, druk op de b (e) knop om de opname te starten en pas
de compositie aan.
Films
Basisbewerkingen bij het opnemen en weergeven van films
97