Stijlen afspelen
Dit instrument bevat een functie voor automatische begeleiding waarmee geschikte
'stijlen' (ritme + bas + akkoordenbegeleiding) worden afgespeeld. U kunt kiezen
uit een enorm aantal stijlen voor een verscheidenheid aan muziekgenres.
1
U kunt de gewenste stijl selecteren
door op de knop [STYLE] te drukken en
vervolgens de nummerknoppen [0]–[9],
[+], [-] te gebruiken.
U vindt het stijloverzicht op het voorpaneel
of in het stijloverzicht (pagina 60).
Stijlnummer
002
Dit pictogram wordt weergegeven als
u op de knop [STYLE] hebt gedrukt.
2
Druk op de knop [ACMP ON/OFF] om de
automatische begeleiding aan te zetten.
021
Dit pictogram wordt weergegeven als de
automatische begeleiding is aangezet.
Met deze handeling wordt het gedeelte van het
keyboard links van het splitpunt (54: F#2) het
'bereik voor automatische begeleiding', dat alleen
wordt gebruikt voor het aangeven van de akkoorden.
Splitpunt ... standaardinstelling: 54 (F#2)
36
48
Gedeelte voor
automatische
begeleiding
De hoogste toets voor het gedeelte voor automatische
begeleiding wordt het 'splitpunt' genoemd. Dit is
standaard de toets F#2, maar kan worden gewijzigd
via functienummer 006 (pagina 33).
3
Druk op de knop [SYNC START] om
Synchro Start aan te zetten.
021
Knippert als Sync Start actief is.
8BtModrn
Stijlnaam
LoveSong
60
72
LoveSong
4
Speel een akkoord in het gedeelte
voor automatische begeleiding
om het afspelen te starten.
Speel met uw rechterhand een melodie en met
uw linkerhand akkoorden.
Voor informatie over akkoorden raadpleegt
u 'Akkoordtypen voor het afspelen van een stijl'
(pagina 20) of gebruikt u de Dictionary-functie
voor akkoorden (pagina 21).
Split Point
(splitpunt)
5
Druk op de knop [START/STOP]
om het afspelen te stoppen.
Met 'Secties' kunt u intro-, ending- en
ritmevariaties aan het afspelen van een stijl
toevoegen. Voor meer informatie raadpleegt
u pagina 19.
Alleen het ritmegedeelte afspelen
Als u op de knop [START/STOP] drukt (zonder de knop
[ACMP ON/OFF] ingedrukt te houden in stap 2), kunt
u alleen het ritmegedeelte afspelen, en kunt u met het
gehele bereik van het keyboard een melodieperformance
afspelen.
OPMERKING
• Aangezien de stijlen van de categorie Pianist (128–136)
geen ritmepartij hebben, wordt er geen geluid
geproduceerd als u alleen het ritme afspeelt.
Het stijlvolume aanpassen
Om de volumebalans tussen het afspelen van een stijl
en het keyboard aan te passen, kunt u het stijlvolume
aanpassen. U kunt deze instellen met functienummer 001
(pagina 33).
PSR-E343/YPT-340 Gebruikershandleiding
17