4.4
Montagesjabloon gebruiken
▶
Gebruik het montagesjabloon voor het bepalen van boor-
gaten, doorbraken en voor het aflezen van alle beno-
digde afstanden.
4.5
Product ophangen
1.
Zorg voor voldoende draagkracht van de wand of een
ophanginrichting bijv. sokkel.
2.
Bevestig de ophangbeugel met toegelaten bevesti-
gingsmateriaal.
3.
Hang het product op de ophangbeugel.
5
Installatie
Gevaar!
Verbrandingsgevaar en/of kans op materi-
ële schade door ondeskundige installatie
en daardoor lekkend water!
Mechanische spanningen in de aansluitlei-
dingen kunnen tot lekkages leiden.
▶
Monteer de aansluitleidingen spannings-
vrij.
Opgelet!
Risico op materiële schade door gasdicht-
heidscontrole!
Gasdichtheidscontroles kunnen bij een test-
druk >11 kPa (110 mbar) tot schade aan het
gasblok leiden.
▶
Als u bij gasdichtheidscontroles ook de
gasleidingen en het gasblok in het product
onder druk zet, gebruik dan een max.
testdruk van 11 kPa (110 mbar).
▶
Als u de testdruk niet tot 11 kPa (110
mbar) kunt begrenzen, sluit dan voor de
gasdichtheidscontrole een voor het pro-
duct geïnstalleerde gasafsluitkraan.
▶
Als u bij gasdichtheidscontroles een voor
het product geïnstalleerde gasafsluitkraan
gesloten hebt, ontspan dan de gasleiding-
druk voor u deze gasafsluitkraan opent.
0020286988_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
Opgelet!
Kans op materiële schade door verande-
ringen aan reeds aangesloten buizen!
▶
Vervorm aansluitbuizen alleen als ze nog
niet op het product aangesloten zijn.
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door resten
in de leidingen!
Lasresten, afdichtingsresten, vuil of andere
resten in de leidingen kunnen het product
beschadigen.
▶
Spoel de CV-installatie grondig door voor
u het product installeert.
5.1
Voorwaarden
5.1.1
Juiste gassoort gebruiken
Een verkeerde gassoort kan storingsuitschakelingen van het
product veroorzaken. In het product kunnen ontstekings- en
verbrandingsgeluiden ontstaan.
▶
Gebruik uitsluitend de gassoort die vastgelegd is op het
typeplaatje.
5.1.2
Aanwijzingen en informatie bij de B23P
installatie
Specificaties van de leidinglengten voor B23P installatie.
(→ Pagina 36)
De VGA moet minstens aan de classificatie T 120 P1 W 1
volgens EN 1443 voldoen.
De maximale buislengte (alleen rechte buis) komt overeen
met de maximaal toegestane verbrandingsgasbuislengte
zonder bochten. Als bochten gebruikt worden, dan moet de
maximale buislengte conform de dynamische stromings-
eigenschappen van de bochtstukken verminderd worden.
Bochtstukken mogen niet direct op elkaar volgen omdat het
drukverlies op deze manier enorm verhoogd wordt.
Vooral als de verbrandingsgasafvoerbuis in koude ruimtes of
buiten het gebouw geïnstalleerd wordt, kan het vriespunt aan
het oppervlak van de binnenkant van de buis bereikt wor-
den. Door aantoonbare dimensionering volgens EN 13384-
1 bij een minimale belasting van de CV-ketel bij een verbran-
dingsgastemperatuur van 40°C moet dit probleem vermeden
worden. Het product mag niet op een cascade-verbrandings-
gasafvoersysteem aangesloten worden, die door andere toe-
stellen gebruikt wordt.
▶
Neem de geldende nationale en plaatselijke voorschriften
voor VGA's in acht, vooral bij installaties in woonruimtes.
Informeer de gebruiker over de juiste bediening van het
product.
5.1.3
Basiswerkzaamheden voor de installatie
uitvoeren
1.
Installeer een gaskraan aan de gasleiding.
2.
Zorg ervoor, dat de aanwezige gasmeter geschikt is
voor het vereiste gasdebiet.
3.
Bereken volgens de erkende regels van de techniek of
de inhoud van het ingebouwde expansievat voor het
installatievolume volstaat.
9