BiJZondeRe FunCTieS
Ruisonderdrukking: zet deze instelling op Low (laag), Medium of High
(hoog) om ruis uit te filteren of dit uit te schakelen.
MPEG Ruisonderdrukking: deze instelling is speciaal voor twee
specifieke soorten videovervorming, 'musquito noise' en blokkering van
artifacts. Wanneer u vaagheid of trillingen ziet rond de randen van objecten
of bij lopende tekst in de aftiteling van een film, dan wel een beeld dat een
soort hokjes patroon laat zien, wijzig dan de MPEG Noise Reduction van Off
naar Low, Medium of High.
Cross Color Suppressor: schakel dit in om cross color artifacts die
optreden wanneer hoogfrequent helderheids (luminantie) signalen worden
aangezien voor chroma (kleuren) signalen, wat flikkerende effecten in
beeld heeft, flitsende kleuren of regenboog patronen. Deze instelling is niet
beschikbaar bij HDMI bronnen en wanneer geen videosignaal aanwezig is.
Zwartniveau: deze instelling is alleen effectief via de Composiet Video
Uitgang. Schakel deze in voor een volledig zwarte instelling zodat u het
volledige dynamisch bereik ziet zoals dat op de meeste DVD's is geregistreerd.
Uitgeschakeld houdt deze instelling zich aan de standaard voor video als in
de "setup" en is meestal beter wanneer uw beeldscherm een beperkte video
processing capaciteit heeft.
De-interlacing: van oudsher was het televisiebeeld al in de zwart/wit tijd
interlaced. Dat wil zeggen dat het signaal werd/wordt uitgezonden in halve
beelden: het eerste beeld bestaat uit de oneven lijnen en het tweede uit de
even lijnen. Moderne systemen zijn in staat in één keer het volledige beeld
uit te zenden door alle lijnen te scannen. Voor optimale resultaten op een
progressive scan beeldscherm (de meeste vlakke beeldschermen) dient het
beeld te worden de-interlaced. Bij het kijken naar beelden via de Composiet
Video Monitor uitgang zal telken wanneer de video-uitgang resolutie van de
AVR 576i is, kan deze instelling worden uitgeschakeld.
Film Mode Detect: een instelling die alleen beschikbaar is wanneer
de-interlacing is ingeschakeld. Dit compenseert voor de verschillende
aantallen frames per seconde die in film en video worden gebruikt. Een film
wordt geschoten op 24 beelden per seconden (progressive scan) terwijl video
wordt opgenomen in 50 halve beelden per seconden (interlaced). De AVR is
in staat vast te stellen of het programma oorspronkelijk van film afkomstig is
en op video is overgezet (b.v. om een DVD te maken) en te compenseren voor
fouten in het overzetten. Kies een instelling van 3:2 (voor NTSC materiaal),
2:2 (voor PAL materiaal), Off voor Auto.
Zo stelt u het beeld naar eigen inzicht in
Zet de Video Functie op Custom (eigen) om de beeldinstellingen te zien, als
afgebeeld in Afbeelding 37.
Figure 37 – Video Modes Custom Processing
10
Met een kleurenbalk patroon van een test disc of een andere bron kunt u de
volgende instellingen maken:
•
De kleurverzadiging van de TV.
•
Kleurinstellingen te maken met de kleurenbalken, die meestal (van
links naar rechts) bestaan uit zwart, wit, geel, cyaan (turkoois), groen,
magenta, rood, blauw, zwart.
•
De kleurovergangen, die een scherpe scheiding van de balken moeten
geven.
•
De prestaties van de kleurenschakelingen in de TV (met "Video" signalen);
de randen van de balken mogen geen rafelige randen hebben.
Gebruik de grijsschaal en de zwart/witte vlakken in het patroon om de
helderheid en het contrast in te stellen.
Helderheid instelling
1.
Draai de kleurinstelling van uw TV geheel terug tot de kleurenbalken in
zwart/wit verschijnen.
2.
Regel het contrast naar de laagste stand waarin u nog steeds alle balken
in grijstinten helder kunt onderscheiden.
3.
Stel de helderheid zo in dat de balken in de grijsschaal alle duidelijk
zichtbaar zijn. De meest linkse balk dient zo zwart mogelijk te zijn en niet
grijs, maar die ernaast dient er duidelijk van te onderscheiden zijn. De
balken in de grijsschaal dienen geleidelijk en evenwichtig van zwart naar
wit te gaan.
Contrast instelling
1.
Stel het contrast zo in dat u rechtsonder in het beeld een helder witte balk
ziet en een diep zwarte balk linksonder.
2.
Wanneer de helderheid van de witte balk niet meer toeneemt als het
contrast verder wordt verhoogd of de witte letters overstuurd raken
naar de zwarte gebieden toe (waarmee de scherpte sterk afneemt) is
het contrast te ver op gedraaid. Reduceer het contrast tot deze effecten
verdwijnen en het videobeeld realistisch oogt.
3.
Wanneer u TV kijkt in daglicht, reduceer het contrast dan zo dat een
normaal videobeeld er hetzelfde uit ziet als de omgeving in de kamer;
op die manier is het oog ontspannen bij het kijken naar het videobeeld.
Reduceer de instelling wanneer het omgevingslicht is gedimd om de
scherpte van het beeld te verbeteren.
4.
De grijsschaal in het midden dient hetzelfde onderscheid tussen alle
balken te houden als voor het corrigeren van het contrast. Zo niet, herhaal
dan Stap 3 van de Helderheid instelling en de Contrast instelling.
Kleur instelling
1.
Wanneer contrast en helderheid optimaal zijn ingesteld, stelt u de
kleur in. Stel zo in dat de kleuren sterk maar natuurlijk ogen, vooral niet
overdreven. Wanneer het kleurniveau te hoog is, afhankelijk van de TV,
lijken sommige balken breder of de kleurverzadiging neemt niet toe
wanneer de instelling wordt verhoogd. Test de kleurinstelling met een
video-opname van bloemen of gezichten, fruit en dergelijke.
2.
Kijk naar de grote witte balk onder de grijsschaal om in te stellen op warm
of koel wit met Tint op uw TV. Meestal op PAL toestellen niet aanwezig.