1. Luchtinlaat
2.
Tap het koelwater volledig af uit de bui-
tenboordmotor. Maak het lichaam gron-
dig schoon.
DMU28463
Controleren van gelakt oppervlak van
buitenboordmotor
Controleer de buitenboordmotor op krassen,
deukjes of afbladderende lak. Zones waar de
lak beschadigd is, kunnen sneller roesten.
Reinig en lak deze zones indien nodig. Re-
toucheerlak is verkrijgbaar bij uw Yamaha-
dealer.
DMU37075
Periodiek onderhoud
DWM01982
Deze procedures vereisen technische
vakkennis, gereedschap en benodigdhe-
den. Als u niet over de vereiste vakkennis,
werktuigen of benodigdheden beschikt
om een onderhoudsprocedure uit te voe-
ren, laat het werk dan uitvoeren door een
Yamaha-dealer of een andere gekwalifi-
ceerde technicus.
De procedures omvatten het uit elkaar ne-
men van de motor en het blootleggen van
gevaarlijke onderdelen. Om het risico van
verwonding door bewegende, hete of
elektrische onderdelen te verkleinen:
Schakel de motor uit en houd en de mo-
torstopschakelaarkoord bij u terwijl u
1
onderhoud uitvoert, tenzij anders aan-
gegeven.
Laat de motor afkoelen alvorens hete
onderdelen of vloeistoffen aan te raken.
Steek de motor altijd volledig terug in
elkaar alvorens hem te laten werken.
DMU28512
Vervangingsonderdelen
ZMU07862
Als er reserveonderdelen moeten worden
geïnstalleerd, gebruik dan uitsluitend origi-
nele Yamaha-onderdelen of onderdelen van
een zelfde ontwerp en kwaliteit. Een onder-
deel van minderwaardige kwaliteit zou het
kunnen begeven en het daaruit voortvloeien-
de verlies van controle kan de operator en de
passagiers in gevaar brengen. Originele
Yamaha-onderdelen kunt u verkrijgen via uw
Yamaha-dealer.
DMU34152
Zware gebruiksomstandigheden
Er is sprake van zware gebruiksomstandig-
heden wanneer één of meer van de volgende
toepassingen op regelmatige basis voorko-
men:
Gedurende uren constant varen met of net
onder
(omw/min)
Gedurende uren constant varen met een
laag motortoerental (omw/min)
Gebruik zonder voldoende tijd om de motor
te laten warmlopen en afkoelen
Frequente krachtige acceleraties en ver-
tragingen
Vaak schakelen
Vaak starten en uitschakelen van de
motor(en)
Een gebruik waarbij vaak wordt afgewis-
seld tussen zware en lichte ladingen
Buitenboordmotoren die onder één of meer
van de bovengenoemde omstandigheden
Onderhoud
het
maximale
motortoerental
51