Installatie
2. Anti-cavitatieplaat
DCM02171
Ga na of de leegloopopening hoog ge-
noeg blijft om te voorkomen dat er water
in de motor terechtkomt, zelfs wanneer
de boot stilligt met maximale lading.
Een verkeerde motorhoogte of zaken
die het gelijkmatig stromen van water
belemmeren (de vorm of de staat van de
boot) kunnen zorgen voor opstuivend
water als de boot aan het varen is. Als
de motor continu wordt gebruikt in aan-
wezigheid van opstuivend water, kan er
genoeg water in de inlaatopening van
de motorkap terechtkomen om de
motor ernstig te beschadigen. Elimi-
neer de oorzaak van het opstuivend wa-
ter.
NOTA:
De optimale montagehoogte van de bui-
tenboordmotor wordt beïnvloed door de
combinatie van boot en motor en het ge-
wenste gebruik. Proefvaarten met verschil-
lende hoogten kunnen helpen de optimale
bevestigingshoogte te bepalen. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer of bootfabrikant
voor meer informatie over het bepalen van
de juiste montagehoogte.
Voor instructies over het instellen van de
trimhoek van de buitenboordmotor, zie pa-
gina 38.
DMU39753
Vastklemmen van de buitenboordmo-
tor
1.
Zet de buitenboordmotor zo op de spie-
gel dat hij zo dicht mogelijk bij het mid-
den staat. Draai de knevelbouten gelijk-
matig en stevig aan. Controleer tijdens
het varen af en toe of de klemschroeven
nog vast zitten, want zij kunnen losko-
24
men door het trillen van de motor.
WAARSCHUWING! Met losse knevel-
bouten kan de buitenboordmotor af-
vallen van of verschuiven op de spie-
gel. Dit kan leiden tot verlies van con-
trole en ernstig letsel. Zorg ervoor dat
de knevelbouten stevig zijn aange-
draaid. Controleer tijdens gebruik re-
gelmatig of de bouten stevig zijn aan-
gedraaid.
[DWM00643]
1
1. Knevelbout
2.
Bevestig één uiteinde van de kabel aan
de veiligheidskabelbevestiging en het
andere uiteinde aan een stevig bevesti-
gingspunt op de boot. Anders kunt u de
motor geheel verliezen wanneer hij los-
komt en van de spiegel in het water tui-
melt.
1. Veiligheidskabelbevestiging
ZMU06811
1
ZMU06812