1. Brandstoftankkap
4.
Vul de brandstoftank, maar doe ze niet te
vol. WAARSCHUWING! Doe de tank
niet te vol. Anders kan de brandstof
uitzetten en overlopen wanneer de
temperatuur stijgt.
5.
Draai de brandstoftankdop stevig vast.
6.
Veeg eventueel gemorste benzine on-
middellijk op met droge doeken. Werp
gebruikte doeken correct weg overeen-
komstig de plaatselijk geldende wetten
en voorschriften. Als u een draagbare
container gebruikt om brandstof te be-
waren en in de motor te gieten, gebruik
dan uitsluitend een plaatselijk goedge-
keurde rode BENZINEBUS.
DMU27453
De motor gebruiken
DWM00421
Controleer alvorens te starten of de
boot stevig aangemeerd is en dat u niet
[DWM02611]
ZMU06832
belemmerd wordt bij het sturen. Ga na
of er zich niemand in het water rondom
u bevindt.
Als de ontluchtingsschroef wordt los-
gedraaid, ontsnapt er benzinedamp.
Benzine is erg ontvlambaar en benzine-
dampen zijn ontvlambaar en ontplof-
baar. Rook niet en blijf uit de buurt van
open vlammen en vonken wanneer u de
ontluchtingsschroef open draait.
Dit product produceert uitlaatgassen
die koolmonoxide bevatten, een kleur-
en geurloos gas dat hersenbeschadi-
ging of de dood kan veroorzaken wan-
neer het wordt ingeademd. Symptomen
zijn ondermeer misselijkheid, duizelig-
heid en slaperigheid. Zorg dat de stuur-
hut en de cabine goed verlucht zijn.
Sluit de uitlaatopeningen niet af.
DMU39396
Brandstof verzenden
Brandstof voeden voor ingebouwde brand-
stoftank
1.
Draai de ontluchtingsschroef 1 of 2 sla-
gen los.
1. Ontluchtingsschroef
2.
Zet de brandstofkraan in de ingebouw-
de-brandstoftankstand.
Werking
1
ZMU06740
31