5
Sluit de scannereenheid en zorg dat uw handen niet bekneld raken.
Opmerking: op de display verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd een uitlijningspagina af te
drukken. Zie "Inktcartridges uitlijnen" op pagina 97 voor meer informatie.
Opmerking: de scannereenheid moet zijn gesloten voordat u een nieuwe scan-, afdruk-, kopieer- of
faxtaak kunt starten.
Inktcartridges uitlijnen
U moet in de volgende gevallen de inktcartridges uitlijnen:
•
Er is een nieuwe inktcartridge geïnstalleerd.
•
U wilt de afdrukkwaliteit verbeteren.
Inktcartridges uitlijnen met het bedieningspaneel
1
Plaats normaal papier in de printer.
2
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Kopiëren.
3
Druk op
.
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op .
6
Druk herhaaldelijk op
7
Druk op .
Er wordt een uitlijningspagina afgedrukt.
Als u de cartridges hebt uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te verbeteren, drukt u het document nogmaals
af. Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, reinigt u de spuitopeningen van de inktcartridges.
of
tot Onderhoud is gemarkeerd.
of
tot Cartridges uitlijnen is gemarkeerd.
97