U voert als volgt een naam in met het toetsenblok:
a
Zoek naar de cijfertoets die de letter bevat die u wilt invoeren en druk op deze toets tot de
gewenste letter verschijnt.
b
Druk op 0 als u een spatie tussen woorden wilt invoeren.
c
Druk op
om een letter te verwijderen.
d
Herhaal de voorgaande stappen tot u de naam hebt ingevoerd.
Opmerking: de printer ondersteunt geen dubbel-bytetalen, zoals Chinees, Japans of Koreaans. U
kunt geen naam in deze talen invoeren.
8
Voer het faxnummer in en druk vervolgens op .
Snelkeuze instellen met de computer
1
Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Geïntegreerde softwarepakketten.
2
Klik op Faxen.
3
Klik op Faxgeschiedenis of de faxinstellingen van de All-In-One beheren.
4
Klik op het tabblad Snelkeuze.
5
Voeg een nieuw nummer toe aan de snelkeuzelijst.
a
Klik op een van de regels van de lijst.
b
Voer een faxnummer in.
c
Plaats de cursor in het veld Contactpersoon.
d
Voer de naam van de contactpersoon in.
Opmerking: de printer ondersteunt geen dubbel-bytetalen, zoals Chinees, Japans of Koreaans. U
kunt geen naam in deze talen invoeren.
6
Klik op OK.
Snelkeuze gebruiken
1
Plaats een origineel document in de ADI of op de glasplaat.
Opmerking: plaats geen briefkaarten, fotokaarten, kleine items of dun materiaal (zoals knipsels uit
tijdschriften) in de ADI. Plaats dergelijke items op de glasplaat.
2
Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
3
Druk op Telefoonboek.
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op .
6
Druk op Zwart om de fax te verzenden.
of
tot het gewenste snelkeuze-item is gemarkeerd.
82