Ga als volgt te werk als de printer is aangesloten op de computer via een ander apparaat:
1
Maak de USB-kabel los van het andere apparaat, zoals een USB-hub of schakelkastje.
2
Sluit de kabel rechtstreeks aan op de printer en de computer.
Pagina wordt niet afgedrukt
Zie "Foutberichten" op pagina 123 als er een foutbericht wordt weergegeven.
Zie "De aan/uit-knop brandt niet" op pagina 103 als de aan/uit-knop niet brandt.
Zorg ervoor dat de zwarte of foto-inktcartridge in de linkerhouder is geplaatst en de kleureninktcartridge
in de rechterhouder.
Verwijder al het papier uit de printer en plaats het papier vervolgens terug in de printer.
Controleer de inktvoorraden en installeer zo nodig een nieuwe inktcartridge.
1
Verwijder de inktcartridges uit de printer.
2
Controleer of sticker en tape zijn verwijderd van de cartridges.
3
Plaats de inktcartridges terug in de printer.
Ga als volgt te werk als de printer is aangesloten op de computer via een ander apparaat:
1
Maak de USB-kabel los van het andere apparaat, zoals een USB-hub of schakelkastje.
2
Sluit de kabel rechtstreeks aan op de printer en de computer.
Controleer of de printer is ingesteld als standaardprinter en of de printer niet in de wachtstand is geplaatst
of is onderbroken.
1
Klik op:
•
Windows XP Professional Edition: Start
•
Windows XP Home Edition: Start
•
Windows 2000: Start
•
Windows 98/ME: Start
1
2
Instellingen
Configuratiescherm
Instellingen
Printers.
Instellingen
Printers.
104
Printers en faxapparaten.
Printers en faxapparaten.