2
Dubbelklik op de naam van de printer.
3
Klik op Printer.
•
Controleer of de optie Afdrukken onderbreken is uitgeschakeld.
•
Controleer of de optie Als standaard instellen is ingeschakeld.
1
Druk op Aan/uit om de printer uit te zetten.
2
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
3
Maak de netvoeding voorzichtig los van de printer.
4
Sluit de netvoeding weer aan op de printer.
5
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
6
Druk op Aan/uit om de printer aan te zetten.
Als u het probleem niet kunt oplossen met de bovenstaande aanwijzingen, verwijdert u de printersoftware
en installeert u deze opnieuw. Zie "Software verwijderen en opnieuw installeren" op pagina 127 voor meer
informatie.
Afdrukken vanaf de digitale PictBridge-camera is niet mogelijk
Selecteer de juiste USB-modus op de camera om afdrukken via PictBridge in te schakelen. Raadpleeg
de documentatie bij de digitale camera voor meer informatie.
1
Maak de camera los van de printer.
2
Sluit een digitale PictBridge-camera aan op de PictBridge-poort. Raadpleeg de documentatie bij de
digitale camera om te bepalen of deze geschikt is voor PictBridge.
Gebruik alleen de USB-kabel die bij de camera is geleverd.
Verwijder de geheugenkaart of het flashstation van de printer.
Problemen met afdrukken oplossen
•
"Afdrukkwaliteit verbeteren" op pagina 100
•
"Kwaliteit van tekst en afbeeldingen is slecht" op pagina 106
•
"Slechte kwaliteit aan de randen van het papier" op pagina 107
•
"Gedeelten van documenten of foto's afdrukken" op pagina 108
•
"Printer drukt niet af of reageert niet" op pagina 108
•
"Lage afdruksnelheid" op pagina 108
105