3
Druk herhaaldelijk op
4
Druk op .
5
Druk herhaaldelijk op
6
Als u de instelling wilt wijzigen, drukt u herhaaldelijk op
7
Druk op .
8
Geef de cijfers op die voorafgaand aan de afzonderlijke telefoonnummers moeten worden gekozen.
9
Druk op .
10
Druk op
.
Als u een snelkeuzeknop gebruikt:
•
Controleer of de knop is geprogrammeerd voor het gewenste telefoonnummer. Zie "Snelkeuze
instellen" op pagina 81.
•
U kunt eventueel het nummer handmatig kiezen.
Controleer of met de printer een kiestoon wordt vastgesteld.
•
Zie "Faxen terwijl u een gesprek voert (Kiezen hoorn op haak)" op pagina 85.
•
Controleer de instelling voor Kiesmethode.
1
Luister of u een kiestoon hoort. Als u wel een kiestoon hoort, maar de printer de verbinding
verbreekt zonder het nummer te kiezen, is de kiestoon niet herkend.
2
Selecteer de modus Faxen.
3
Druk op
.
4
Druk herhaaldelijk op
5
Druk op .
6
Druk herhaaldelijk op
7
Druk op
of
PBX.
8
Druk op .
9
Druk op
.
Printer ontvangt een lege fax
Vraag de verzender te controleren of het originele document juist is geplaatst.
Controleer de inktvoorraden en installeer zo nodig een nieuwe inktcartridge.
of
tot Bellen en verzenden is gemarkeerd.
of
tot Kiesvoorvgsl en de huidige instelling zijn gemarkeerd.
of
tot Bellen en verzenden is gemarkeerd.
of
tot Kiesmethode is gemarkeerd.
om een van de volgende instellingen te selecteren: Toetstoon, Puls of Achter
of
tot Wijzigen is gemarkeerd.
115