Telefoonbedrijven melden dat elektrische piekspanning, doorgaans veroorzaakt door bliksemflitsen, erg
schadelijk is voor apparaten die zijn aangesloten op stopcontacten. Dit is een landelijk probleem. U kunt
het beste een geschikte overspanningsbeveiliging plaatsen in het stopcontact waarop het apparaat is
aangesloten. Een geschikte overspanningsbeveiliging is een overspanningsbeveiliging met het juiste
voltage die is goedgekeurd door UL (Underwriter's Laboratories), een andere NRTL (Nationally
Recognized Testing Laboratory) of een erkend orgaan voor veiligheidscertificering in het land/de regio
waar het apparaat wordt gebruikt. Hiermee kunt u schade voorkomen die wordt veroorzaakt door onweer
of andere elektrische piekspanning.
Dit apparaat is voorzien van CA11A-telefoonaansluitingen.
Kennisgeving voor gebruikers van het Nieuw-Zeelandse
telefoonnetwerk
Hieronder worden speciale voorwaarden gegeven gebruikers van faxapparaten. De toekenning van een
label (telepermit) voor een terminalapparaat geeft alleen aan dat Telecom erkent dat het apparaat voldoet
aan de minimale voorwaarden voor verbinding met het netwerk. Hiermee wordt echter niet aangegeven
dat Telecom het product goedkeurt of garantie op het product geeft. Bovenal wordt geen garantie gegeven
dat een apparaat op alle manieren juist zal werken met een apparaat met een label (telepermit) van een
andere fabrikant of met een ander model. Ook mag de toekenning niet worden opgevat als een garantie
dat het product compatibel is met alle Telecom-netwerkdiensten.
Deze apparatuur mag niet worden ingesteld voor automatische oproepen naar de nationale hulpdienst
(111).
Deze apparatuur mag niet worden gebruikt voor het doorschakelen van een gesprek naar een ander
apparaat dat op dezelfde lijn is aangesloten.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt op een wijze die overlast kan veroorzaken voor andere Telecom-
klanten.
Sommige parameters die verplicht zijn voor conformiteit met de vereisten voor toekenning van het
Telecom-label (telepermit), zijn afhankelijk van de apparatuur die wordt gebruikt met dit apparaat. De
aangesloten apparatuur moet zo worden ingesteld dat deze werkt binnen de volgende beperkingen voor
conformiteit met de Telecom-specificaties:
•
Er worden voor een handmatig begonnen oproep binnen een periode van 30 minuten maximaal tien
pogingen gedaan hetzelfde nummer te bereiken, en
•
De hoorn wordt minimaal gedurende 30 seconden op de haak gelegd voordat een nieuwe poging
wordt gedaan.
•
Het apparaat wordt zo ingesteld dat bij automatische oproepen aan verschillende nummers er
minstens vijf seconden verstrijken tussen het einde van een poging en het begin van de volgende
poging.
Kennisgeving over telecommunicatie in Zuid-Afrika
Deze modem moet worden gebruikt met een goedgekeurde overspanningsbeveiliging wanneer u
verbinding maakt met de PSTN.
131