• Deze machine is niet ontworpen of bestemd voor
gebruik op de openbare weg en is een 'langzaam
rijdend voertuig'. Indien u een openbare weg
oversteekt of hierop moet rijden, dient u zich te
houden aan de plaatselijke voorschriften, zoals
voorgeschreven verlichting, aanbrenging van een
plaat met de aanduiding 'langzaam rijdend voertuig'
en reflectoren.
• Accugassen kunnen ontploffen. Houd sigaretten,
vonken en open vuur uit de buurt van de accu.
• Gebruik altijd originele Toro onderdelen zodat de
originele standaarden worden gehandhaafd.
• Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde
werktuigen. De garantie kan komen te vervallen
als werktuigen worden gebruikt die niet zijn
goedgekeurd.
Maaien op hellingen
• Gebruik de machine niet in de buurt van steile
hellingen, greppels, steil aflopende oevers of water.
Wielen die over randen heen komen, kunnen tot
gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen
ernstig of dodelijk letsel dan wel verdrinking kan
veroorzaken.
• Maai nooit op een helling als het gras nat is. Bij
gladheid kunnen de wielen hun grip verliezen,
waardoor bestaat de kans dat zij gaan slippen en u de
macht over de machine verliest.
• Verander niet plotseling de rijrichting of de snelheid
van de machine.
• Verminder uw snelheid en wees uiterst voorzichtig
op hellingen.
• Verwijder obstakels zoals stenen, boomtakken, enz.
uit het werkgebied, of markeer deze. In hoog gras
zijn obstakels niet altijd zichtbaar.
• Let op greppels, kuilen, stenen, gaten en verhogingen
in het maaigebied die de werkhoek veranderen,
omdat de machine kan omkantelen op oneffen
terrein.
• Start nooit plotseling heuvelopwaarts op een helling,
want dit kan tot gevolg hebben dat de maaier
achterover kantelt.
• Nooit starten of stoppen op een helling. Als
de wielen grip verliezen, moet u het werktuig
uitschakelen en de heuvel langzaam afrijden.
• U kunt de stabiliteit verbeteren door wielgewichten
of contragewichten te gebruiken volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
• Wees uiterst voorzichtig met werktuigen. Deze
kunnen de machine minder stabiel maken, waardoor
de kans ontstaat dat u de macht over de machine
verliest.
De omkantelbeveiliging (rolbeugel)
gebruiken
• Houd de rolbeugel in de opgeheven en vergrendelde
positie en doe de veiligheidsgordel om als u de
machine gebruikt.
• Zorg ervoor dat u de veiligheidsgordel in een
noodgeval snel kunt losmaken.
• Denk erom dat er geen omkantelbeveiliging is als de
rolbeugel omlaag is geklapt.
• Controleer het werkgebied en klap de
omkantelbeveiliging nooit omlaag op golvend
terrein, steile hellingen of in de buurt van aflopende
waterkanten.
• Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als dit absoluut
noodzakelijk is. Doe de veiligheidsgordel niet om
als de rolbeugel omlaag is geklapt.
• Let goed op dat er voldoende ruimte boven de
machine is (denk aan takken, deuropeningen,
elektrische kabels) voordat u onder een object rijdt
en zorg ervoor dat u dit niet raakt.
Geluidsniveau
Opmerking: De gegevens in dit hoofdstuk zijn
uitsluitend van toepassing op machines waarop het
EU-logo is aangebracht.
Deze machine heeft een geluidsniveau van 101 dBA met
een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA.
Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures
in ISO 11094.
Geluidsdruk
Model 31222
Opmerking: De gegevens in dit hoofdstuk zijn
uitsluitend van toepassing op machines waarop het
EU-logo is aangebracht.
Deze machine oefent een geluidsdruk van 85 dBA
uit op het gehoor van de bestuurder, met een
onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA.
De geluidsdruk werd bepaald volgens de procedures in
EN 836.
Geluidsdruk
Model 31223
6