Figuur 20
1. Diagnoselampje
Als het diagnoselampje van besturingssysteem knippert,
heeft het besturingssysteem een van de volgende
problemen ontdekt:
• Kortsluiting in een van de outputs.
• Een open kring.
Met behulp van het diagnostische display kunt u
vaststellen welke output slechts functioneert, zie
Interlockschakelaars controleren.
Als het diagnoselampje niet brandt wanneer het
contactsleuteltje op Aan staat, betekent dit dat het
elektronische besturingssysteem niet werkt. Mogelijke
oorzaken zijn:
• Het lampje is doorgebrand.
• Zekeringen zijn doorgebrand.
• Het lampje werkt niet naar behoren.
Controleer de elektrische aansluitingen,
ingangszekeringen en het peertje van het
diagnoselampje om het defect vast te stellen. Controleer
of de kringloopstekker is bevestigd aan de stekker van
de kabelboom.
Display van Diagnostische
ACE
Alleen vierwielaandrijving
De machine is uitgerust met een elektronisch
besturingssysteem dat de meeste functies van de
machine regelt. Het besturingssysteem bepaalt welke
functie nodig is voor de verschillende inputschakelaars
(d.w.z. stoelschakelaar, contactschakelaar, enz.) en
schakelt de outputs in om de solenoïdes of relais voor
de vereiste functie van de machine te bekrachtigen.
Om ervoor te zorgen dat het elektronische
besturingssysteem de machine bestuurt zoals wordt
vereist, moeten de solenoïdes en relais van de outputs
zijn aangesloten en correct functioneren.
Gebruik de diagnostische ACE displaytool en overlay
om de elektrische functies van de machine controleren
en herstellen. Neem contact op met uw Toro-dealer als
u hulp nodig heeft.
De interlockschakelaars
controleren
Alleen vierwielaandrijving
De veiligheidsschakelaars zorgen ervoor dat de motor
niet aanslaat of start, tenzij het koppelingspedaal in de
neutraalstand staat en de vermogenaftakas uitgeschakeld
is. Daarnaast wordt de motor uitgeschakeld als het
tractiepedaal wordt ingetrapt terwijl de bestuurder niet
op de stoel zit of de parkeerrem in werking is gesteld.
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Controle of de interlockschakelaars
functioneren
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat het
werktuig neer, zet de motor af en stel de parkeerrem
in werking.
2. Zet de stoel omhoog.
3. Zoek de kabelboom en de kabelstekkers bij het
besturingssysteem (Figuur 21).
29