3
2
1
3
2
1
1. Duimschroef
2. Rooster
2. Reinig de filters door er schone, olievrije perslucht
door te blazen.
Belangrijk: Als er in een filter een gat, scheur
of andere beschadiging zit, moet deze worden
vervangen.
3. Installeer de filters en het rooster en zet ze vast met
de duimschroeven.
G009265
G009266
Figuur 55
3. Luchtfilter
De airconditioning-spoel
reinigen.
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren (Vaker
reinigen in zeer stoffige of vuile
omstandigheden)
1. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
2. Verwijder de 4 schroeven waarmee de ventilator
en de condenserkap aan de ventilatorbeugel zijn
bevestigd (Figuur 56).
3. Til voorzichtig de ventilator uit de condenserkap.
1. Cabinedak
2. Condenserkap
3. Ring
4. Moer
4. Verwijder de twee moeren en ringen waarmee de
voorzijde van de condenserkap aan het cabinedak
is bevestigd (Figuur 56).
5. Koppel de bedrading van de ventilator los tussen de
kap en het dak.
6. Verwijder de ventilator en de kap.
7. Verwijder het condenserscherm van de airco en
reinig het scherm. Raadpleeg Het condenserscherm
van de airco reinigen.
8. Reinig de condenser van de airconditioning grondig
met perslucht (Figuur 56).
9. Plaats het condenserscherm van de airco terug.
10. Plaats de condenserkap en ventilator terug. Zorg
ervoor dat de bedrading van de ventilator zijn
aangesloten voordat u de condenserkap bevestigt.
56
Figuur 56
5. Ventilator
6. Schroef
7. Airconditioning condenser