De machine duwen
1. Schakel de aftakas uit, draai het contactsleuteltje op
uit stel de parkeerrem in werking.
2. Verwijder de sleutel uit de contactschakelaar. De
beide omloopkleppen dienen geopend te zijn.
3. Til de stoel omhoog.
4. Draai de omloopkleppen 1 slag naar links
(Figuur 28).
Hierdoor kan de hydraulische vloeistof langs de
pomp worden geleid zodat de wielen kunnen
draaien.
Belangrijk: Draai de omloopkleppen niet meer
dan één slag. Dit voorkomt dat de kleppen uit
de behuizing vallen en de vloeistof naar buiten
stroomt.
5. Zet de parkeerrem vrij voordat u de machine gaat
duwen.
Machine in bedrijf stellen
Draai de omloopkleppen 1 slag naar links en en deze
met de hand vast (met een torsie van ongeveer 8 Nm)
(Figuur 28).
Opmerking: Draai de omloopkleppen niet te vast.
De machine zal alleen naar behoren rijden als de
omloopkleppen zijn ingedraaid.
Figuur 28
1. Omloopkleppen
Machine inladen
Ga zeer voorzichtig te werk als u een maaimachine
op een aanhanger of een vrachtwagen laadt. Wij
adviseren u gebruik te maken van een hellingbaan die
de volle breedte van de machine beslaat en zo breed
is dat deze uitsteekt voorbij de achterwielen in plaats
van afzonderlijke oprijplaten voor elke kant van de
maaimachine (Figuur 29). Het lagere achterdeel van het
frame steekt tussen de achterwielen naar achteren uit en
moet voorkomen dat de machine achterover kantelt.
Een hellingbaan die zich over de volle breedte uitstrekt,
geeft de onderdelen van het frame een oppervlak dat
steun biedt als de machine achterover dreigt te kantelen.
Als het niet mogelijk is een brede hellingbaan te
gebruiken, moet u voldoende afzonderlijke oprijplaten
gebruiken om een complete hellingbaan afdoende te
kunnen vervangen.
De hellingbaan moet zo lang zijn dat de hoek van de
hellingbaan met de grond niet groter is dan 15 graden
(Figuur 29). Een steilere hoek kan ertoe leiden dat
onderdelen van de machine blijven haken als deze van
de hellingbaan naar de aanhanger of de vrachtwagen
rolt. Steilere hoeken kunnen ook tot gevolg hebben
dat de machine achteroverkantelt. Als u de machine
inlaadt op of in de nabijheid van een helling, moet u de
aanhanger of vrachtwagen zo plaatsen dat deze lager op
de helling staat en de hellingbaan hoger op de helling.
Hierdoor wordt de hoek die de hellingbaan maakt, zo
klein mogelijk. De aanhanger of de vrachtwagen moet
zo horizontaal mogelijk staan.
Belangrijk: Probeer de machine niet te keren als
deze op de hellingbaan staat; u kunt de controle
verliezen en de kans bestaat dat de machine van de
zijkant van de hellingbaan afrijdt.
U mag de snelheid niet abrupt verhogen als u de
machine de hellingbaan oprijdt en ook niet abrupt
verlagen als u de machine de hellingbaan afrijdt. In
beide gevallen bestaat de kans dat de machine dan
achteroverkantelt.
34