Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren of
maandelijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. De correcte spanning
is 25 psi in de achterbanden en 15 psi in de voorbanden.
Als de machine over een cabine beschikt, dienen zowel
de voor- als de achterbanden opgepompt te worden tot
25 psi. Ongelijke bandenspanning kan slechte tractie
en schade aan de onderdelen van de tractieaandrijving
veroorzaken. De bandenspanning kan het best bij koude
banden worden gecontroleerd.
Onjuiste uitlijning verhelpen
Vierwielaangedreven modellen
1. Druk de schakelaar voor de besturingsselectie
(Figuur 44) naar achteren (de instelling voor
vierwielbesturing).
Figuur 44
1. Schakelaar voor besturingsselectie
Twee- en vierwielaangedreven modellen
2. Op een verharde of aarden ondergrond draait u
het stuur naar links of rechts en blijft u draaien
tot alle vier de wielen stoppen met draaien. De
wieluitlijning zou nu automatisch gesynchroniseerd
moeten worden.
Belangrijk: Als u deze procedure uitvoert op
gras, zou dat kunnen leiden tot beschadiging
van het gras onder de draaiende banden.
48