Appendix
Problemen oplossen
Probleem
Als het instrument wordt aan- of uitgezet is er kort een
ploppend geluid te horen.
Bij gebruik van een mobiele telefoon worden er
bijgeluiden geproduceerd.
Er is geen geluid, zelfs niet als het toetsenbord wordt
bespeeld of als er een song of stijl wordt afgespeeld.
Het bespelen van toetsen in het rechterhandgedeelte
van het toetsenbord geeft geen geluid.
• Het volume is te zacht.
• De geluidskwaliteit is matig.
• Het ritme stopt onverwacht of wil niet afspelen.
• De opgenomen data van de song, enz. worden
niet goed afgespeeld.
• De LCD-display wordt plotseling donker en
alle paneelinstellingen worden gereset.
De stijl of de song wordt niet afgespeeld als er
op de knop [START/STOP] wordt gedrukt.
De stijl klinkt niet zoals het hoort.
Er wordt geen ritmebegeleiding afgespeeld als u op de
knop [START/STOP] drukt nadat stijlnummer 141 of
een stijl tussen 153 en 165 (Pianist) is geselecteerd.
Niet alle voices lijken te klinken, of het geluid wordt
soms afgekapt.
Sommige noten klinken niet als er meerdere noten
tegelijkertijd op het toetsenbord worden gespeeld,
of sommige noten klinken niet als er arpeggios
worden gespeeld.
De voetschakelaar (voor sustain) lijkt precies
omgekeerd te werken. Indrukken van de
voetschakelaar kapt bijvoorbeeld het geluid af en
loslaten geeft juist sustain aan de geluiden.
Het geluid van de voice klinkt iets anders van noot
tot noot.
De verkeerde noten klinken als het toetsenbord wordt
gespeeld.
De aanduiding ACMP ON verschijnt niet nadat
op de knop [ACMP ON/OFF] is gedrukt.
Er is geen harmoniegeluid.
Mogelijke oorzaak en oplossing
Dit is normaal en geeft aan dat het instrument elektrische stroom ontvangt.
Als een mobiele telefoon in de onmiddellijke nabijheid van het instrument wordt
gebruikt, kan dit storing veroorzaken. Om dit te voorkomen, zet u de mobiele
telefoon uit of gebruikt u deze verder bij het instrument vandaan.
Controleer of er niets op de PHONES/OUTPUT-aansluiting op het
achterpaneel is aangesloten. Als er een hoofdtelefoon op deze aansluiting
is aangesloten, komt er geen geluid uit de luidsprekers.
Controleer of Local Control (lokale besturing) is in- of uitgeschakeld.
(Zie pagina 88.)
Als u de Dictionaryfunctie (pagina 77) gebruikt, worden de toetsen in het
rechterhandgedeelte alleen gebruikt voor het invoeren van de grondtoon
en de akkoordsoort.
De batterijen zijn bijna of helemaal leeg. Vervang alle zes de batterijen door
nieuwe of gebruik de optionele netadapter.
Staat de externe klok op ON? Zorg dat de externe clock is uitgezet.
Zie 'Externe klok' op pagina 88.
Zorg ervoor dat het stijlvolume (pagina 84) op het juiste niveau staat.
Is het splitpunt ingesteld op de juiste toets voor de akkoorden die u speelt?
Stel het splitpunt in op de juiste toets (pagina 72).
Wordt de aanduiding 'ACMP ON' weergegeven in de display? Als dit niet het
geval is, drukt u op de knop [ACMP ON/OFF] om de aanduiding weer te geven.
Dit is geen fout. Stijlnummers 141 en 153–165 (Pianist) hebben geen
ritmeparts, daarom wordt er geen ritme afgespeeld. De andere parts worden
afgespeeld als u een akkoord speelt in het begeleidingsgedeelte van het
toetsenbord als stijlafspelen is ingeschakeld.
Het instrument is polyfoon tot maximaal 32 noten. Als de dualvoice of splitvoice
wordt gebruikt en er tegelijkertijd een song of stijl wordt afgespeeld, kunnen
sommige noten worden weggelaten of worden 'gestolen' van de begeleiding
of de song.
U hebt het aantal van 32 gelijktijdig gespeelde noten overschreden. 32 is de
maximale polyfonie (het maximumaantal noten dat tegelijkertijd kan worden
gespeeld) van het instrument. Het instrument speelt normaal zolang niet meer
dan 32 noten tegelijkertijd worden gespeeld, zowel op het toetsenbord als door
de automatische afspeelfuncties.
De polariteit van de voetschakelaar is omgedraaid. Zorg dat het pedaal juist is
aangesloten op de SUSTAIN-aansluiting voor u het instrument aanzet.
Dit is normaal. De AWM-klankopwekkingsmethode gebruikt meerdere
opnamen (samples) van een instrument over het hele toetsenbord. De voice
kan dus van noot tot noot iets anders klinken.
Misschien is de speelhulptechnologie ingeschakeld.
Druk op de knop [PERFORMANCE ASSISTANT] om deze uit te zetten.
Brandt het lampje van de knop [STYLE]? Druk altijd eerst op de knop [STYLE]
als u een stijlfunctie gaat gebruiken.
De harmonie-effecten (01–26) gedragen zich verschillend, afhankelijk van het
type. Type 01–05 werken als het afspelen van de stijl aan staat, er akkoorden
worden gespeeld in het begeleidingsbereik van het toetsenbord en er een
melodie wordt gespeeld in het rechterhandbereik. Type 06–26 werken
ongeacht of het afspelen van de stijl aan of uit staat. Bij type 06 t/m 12 moet
u twee noten tegelijkertijd spelen.
PSR-E413 Gebruikershandleiding
99