Steek op een helling niet schuin over en maak daar
ook geen bochten.
Probeer niet om een lading op te pikken of af te
leveren, tenzij de heftruck horizontaal is. Draai niet
op of rijd niet over een helling.
Rijd niet over ruw terrein. Ga, indien noodzakelijk,
langzamer .
Steek de spoorbaan over langzaam en diagonaal
waar mogelijk. Een spoorwegovergang kan een
geladen heftruck een echte schok geven. Voor een
soepeler kruising, steekt u de spoorweg diagonaal
over zodat er een wiel op één bepaald moment
oversteekt.
Rijd niet over losse voorwerpen.
Kijk in de rijrichting. Kijk uit voor andere personen of
obstakels op uw pad.
De bestuurder dient te allen tijde de volledige
controle over zijn heftruck te hebben.
Rijd niet in voorwaartse richting als ladingen uw
zichtbaarheid beperken. Rijd uw heftruck achteruit
om de zichtbaarheid te verbeteren, behalve bij het
verplaatsen van een helling.
Wees voorzichtig bij het gebruik van een heftruck in
de buurt van de rand van een laadperron of ramp.
Blijf op veilige afstand van de rand van de perrons,
hellingen en platforms. Kijk altijd of de staart
beweegt.
De truck kan over de rand vallen en letsel of
overlijden veroorzaken.
Werk niet op brugborden, tenzij ze het gewicht van
de vrachtwagen en lading kunnen ondersteunen.
Zorg ervoor dat ze correct geplaatst zijn.
Leg blokken op de auto waar u ingaat om bewegen
te voorkomen.
-27-
Hoofdstuk Veiligheid