Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk Onderhoud
Waterafscheider (Alleen
D20/25/30/33S-9, D35C-9 DM02VA,
DM02Pmotor) - Controle, Aftappen
1. Als
het
motorwaarschuwingslampje
probleem met de waterscheider aangeeft, moet
het water direct uit de waterscheider worden
afgetapt,
onafhankelijk
onderhoudsinterval. (SPN97)
2. Het onderste deel van het brandstoffilter is de
waterscheider. Hierin bevindt zich een sensor om
de hoeveelheid water en verontreinigingen te
bewaken en een signaal afgeeft om de gebruiker
te
waarschuwen
waterscheider bevindt.
3. Tap het water als volgt uit de waterscheider af:
4 Plaats een goedgekeurde container onder de
waterscheider
om
verontreinigingen op te vangen
5. Open de aftapkraan onderaan de waterscheider
van het brandstoffilter. Tap het water uit de
waterscheider af. (Afb. 1 alleen voor hoofdfilter, 2
alleen voor voorfilteroptie)
6. Sluit de aftapkraan met de hand.
7. Controleer hierna of het brandstofsysteem met
brandstof gevuld is. Brandstofsysteem met
brandstof vullen
WAARSCHUWING
Brandstofsysteem op lekken controleren voor
uitvoering
van
onderhoudsactiviteit
van
dat
zich
water
in
het
water
en
enige
service-
Banden en wielen controleren
Onderhoud en verwisselen van banden kan
een
gevaarlijk zijn en dient uitsluitend te gebeuren
door hiervoor opgeleid personeel met de juiste
gereedschappen en werkwijzen.
het
Als de juiste procedures niet worden gevolgd
tijdens het onderhoud van banden en velgen,
kunnen de assemblages barsten met explosieve
kracht met ernstig of dodelijke letsel als gevolg.
De
instructies
velgenleverancier
zorgvuldig opgevolgd worden.
de
Controle bandenspanning en
beschadiging
Controleer de banden op slijtage, sneden, krassen
de
en voorwerpen die er niet in thuis horen. Controleer
de velgen op beschadigingen en op correcte
plaatsing van de borgring.
Controleer de bandenspanning. Zie de tabel
"
Bandenspanning
Gebruik
voor
zelfvastklikkende vulnippel met minimaal 60 cm
luchtslang met geïntegreerd ventiel en manometer.
Ga altijd achter het loopvlak van de band staan
NIET tegenover de velg.
Indien met een lege of zachte band is gereden,
pomp deze dan NIET op voordat u heeft
gecontroleerd of de borgring op de velg intact en
correct geplaatst is.
Bij het verwisselen van banden moeten alle
onderdelen van de velg worden gereinigd en
zonodig
gelakt
corrosie te stoppen. Roest kan het best door
zandstralen worden verwijderd.
Controleer alle onderdelen zorgvuldig en vervang
alle gebarsten, zeer versleten, beschadigde of sterk
verroeste of gecorrodeerde onderdelen door nieuwe
of
van dezelfde afmeting en uitvoering. Neem bij twijfel
altijd nieuwe onderdelen.
Onder geen enkele voorwaarde mogen onderdelen
van de velg worden gelast, gesoldeerd of met hitte
worden behandeld.
-142-
WAARSCHUWING
van
uw
banden-
of
-deskundigen
"
.
het
bijvullen
uitsluitend
worden
om
voortschrijdende
en
moeten
een
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
