5.
Start de motor en laat deze draaien tot het
koelmiddelpeil
gestabiliseerd. Indien laag: vul het systeem met
koelvloeistof tot het peil de vulopening heeft
bereikt. Plaats de radiatordop terug. Controleer
het peil van het koelmiddel in de expansiefles.
Vul het koelsysteem zonodig bij totdat het peil
de markering op de retourfles heeft bereikt.
6.
Stop de motor.
7.
Controleer
het
gescheurde slangen en losse koppelingen.
WAARSCHUWING
Perslucht kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Bij reiniging met behulp van perslucht moet een
veiligheidsmasker,
veiligheidsschoenen worden gedragen.
Voor
reinigingsdoeleinden
persluchtdruk niet meer dan 205 kPa bedragen.
8.
Verwijder
stof
ventilatorbladen met behulp van perslucht.
in
de
vulopening
koelsysteem
op
lekkage,
veiligheidskleding
mag
en
pluizen
van
Inspectie van de voetpedaalwerking
is
Controleer of voetpedaal soepel te bedienen is en
niet blijft steken.
Wanneer het gaspedaalkabelboom aangesloten
of niet aangesloten is, dient gewerkt te worden
met Sleutel in OFF-positie.
Zo niet, kan het bij defectief functioneren,
persoonlijk letsel veroorzaken.
Controleer motor op Uitlaatlekken
en
1.
Start de motor en wacht tot bedrijfstemperatuur
bereikt is.
de
2.
Voer een visuele inspectie uit van het
uitlaatsysteem.
3.
Repareer eventuele lekken.
de
-149-
Hoofdstuk Onderhoud
WAARSCHUWING