Hoofdstuk Onderhoud
10. ACC - 30A: Optionele voeding ACC
11. ACC - 15A: Combi lamp
12. ST - 10A: Voeding start
13. BAT - 10A: Claxon
14. BAT - 10A: VCU-voeding
15. BAT - 25A: Brandstofvoorverwarming
16. BAT - 25A: Brandstofvoorverwarming
17. BAT - 15A: Optionele voeding BAT
18. BAT - 15A: Lampje
De relais worden als volgt geïdentificeerd:
1. VOORUIT
2. C/SPEED (SNELHEID)
3. LP FUEL (LPG)
4. Lampje
5. ACHTERUIT
6. Neutraal
7. Brandstofpomp
8. STARTER
9. HOOFD
10. ETC
Controleer de zekeringen. Gebruik indien nodig een
zaklamp.
Verwijder het deksel van de zekeringkast die zich
onder het luchtfilter bevindt.
Zekering: beschermt een elektrische schakeling
tegen
overbelasting.
overbelasting optreedt.
Relais - Elektrisch bediende schakelaar.
Smelt
door
wanneer
Lampen
De lampen hebben de volgende waarden:
1. Lampje koplamp (12V-35W)
*2. Lampje achteruitrijlicht (12V-10W)
*3. Lampje richtingaanwijzer (12V, 23W)
*4. Rem- en achterlicht (12V-23/8W)
*Optionele lamp
Stroomonderbreker
Til de motorkap en de zitting omhoog. Controleer of
de gasveer de motorkap omhoog houdt.
De hoofdstroomonderbreker bevindt zich aan de
achterzijde van de steun voor de hydraulische
sturing.
LET OP: Om de hoofdzekering op nul te zetten
drukt u op de knop. Deze behoort vervolgens
ingedrukt te blijven. Komt de knop direct of na korte
tijd weer naar boven, dan moet het elektrische
systeem worden gecontroleerd.
-140-