D5 – PATROON VAN DE BRANDSTOFFILTER
De buitenkant van de filter zorgvuldig schoonmaken evenals zijn steun om te voorkomen dat stof in het systeem kan
- D e c a b i n e o m h o o g d o e n ( z i e : 2 - B E S C H R I J V I N G : C O N T R O L E - E N
BEDIENINGSORGANEN).
- Maak een markering A tussen de kop en het lichaam van de filter.
- Plaats een opvangbak onder de aftapplug 1 en schroef deze twee of drie slagen los.
- Open de aftapschroef 2 om te zorgen voor een goede aftapping.
- Sluit de aftapschroef 2 wanneer de filter is afgetapt.
- Het lichaam van filter 3 losdraaien.
- Verwijder patroon 4 door deze los te schroeven, gooi deze en de pakking weg.
- De binnenkant van de filterkop met een kwast die men in schone dieselolie heeft
gedompeld.
- Hermonteer het geheel met een nieuwe patroon en afdichting en die is voorgesmeerd
met schone motorolie (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- Plaats de patroon op correcte wijze in het filterlichaam en draai deze uitsluitend
met de hand aan op de kop van de voorfilter tot de markering A.
- Het brandstofcircuit ontluchten (zie: 3 - ONDERHOUD: G1 - BRANDSTOFCIRCUIT).
D6 – MASTHIJSKETTINGEN
Raadpleeg uw dealer in geval van onregelmatigheden.
- Veeg de masthijskettingen 1 af met een schone, niet-pluizende doek en controleer
vervolgens aandachtig de kettingen op slijtage.
- Borstel de kettingen krachtig met behulp van een nylon borstel en zuivere olie om
alle vreemde elementen te verwijderen.
- Reinig de kettingen met behulp van een kwast met zuivere olie en droog ze
vervolgens met een persluchtslang.
- De kettingen gematigd smeren (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN
BRANDSTOF).
BELANGRIJK
doordringen.
SCHOONMAKEN - CONTROLEREN - SMEREN
BELANGRIJK
3-24
www.duma-rent.com
VERVANGEN
3
1
2
A
1
4