C - OM DE 250 WERKUREN
De hiervoor beschreven handelingen verrichten evenals de handelingen die hierna aangegeven worden.
C1 – SPANNING VAN DE RIEM VAN DE COMPRESSOR (OPTIE AIRCONDITIONING)
Bij het vervangen van de riem, de spanning opnieuw controleren na de eerste 20 bedrijfsuren.
- D e c a b i n e o m h o o g d o e n ( z i e : 2 - B E S C H R I J V I N G : C O N T R O L E - E N
BEDIENINGSORGANEN).
- De staat van de riem 1 op slijtagesporen of barstjes controleren en de riem zo nodig
vervangen (zie: 3 - ONDERHOUD: FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- De spanning tussen de riemschijven van de krukas en de compressor controleren.
- Met behulp van een elektronische drukmeter, moet de waarde zich tussen de 87
tot 90 Hz bevinden.
- Zo nodig bijstellen.
- De borgmoer 2 losschroeven.
- De schroeven 3 twee of drie slagen losdraaien.
- De borgmoer 4 lossen.
- Schroeven 4 vastdraaien.
- Stel de compressor met de schroef 5 in, teneinde de gewenste riemspanning te verkrijgen.
- Schroeven 3 vastdraaien.
- De borgmoer 2 vastschroeven.
C2 – HANDREM
De heftruck op een helling van tenminste 15 % zetten met de nominale belasting in
vervoersstand.
• Remvermogen controleren door de handrem in stand A te blokkeren.
• De rem is naar behoren afgesteld als de heftruck op de helling stil blijft staan.
• Zo nodig bijstellen.
De afstelling van de aanslagen door de fabrikant mag in geen geval worden aangepast.
AFSTELLING VAN DE HANDREMKABEL OP DE VOORAS
• Drukken op het rempedaal, de handrem deblokkeren en losmaken naar stand B.
• De moeren 1 losdraaien.
• De kabel afstellen door het aandraaien of losdraaien van de moeren 1 tot men
een speling van 1,5 mm tussen de nokken 2 en de aanslagen 3 bekomt.
REGELEN VAN DE HANDREM
• De handrem in stand B laten.
• Het opzetstukje van de hendel 4 geleidelijk vastschroeven en het remvermogen
opnieuw controleren.
• Deze handeling herhalen totdat het remvermogen correct is.
CONTROLEREN - BIJSTELLEN
BELANGRIJK
CONTROLEREN - BIJSTELLEN
BELANGRIJK
3-18
www.duma-rent.com
1
3
4
5
2
2
3
3
A
4
B
2
1
1
2
3
3