SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
Deze schakelaar regelt tegelijkertijd
alle richtingaanwijzers. Deze dient te
worden gebruikt wanneer het voertuig
in vrijloop staat om aan te duiden dat
het
voertuig
hindert.
Druk op de knipperlichtschakelaar om
deze in te schakelen.
O O P P M M E E R R K K I I N N G G : :
De knipperlichten kunnen zelfs bij een
uitgeschakeld
functioneren.
H H i i l l l l D D e e s s c c e e n n t t C C o o n n t t r r o o l l ( ( H H D D C C ) )
( ( a a l l l l e e e e n n m m o o d d e e l l l l e e n n m m e e t t A A B B S S ) )
De functie Hill Descent Control (HDC)
wordt gebruikt om soepel en gecon-
troleerd af te dalen op een steile hel-
ling zonder dat de bestuurder het
rempedaal hoeft in te drukken.
Het voertuig houdt hierbij de inge-
stelde snelheid aan zonder tussen-
komst van de bestuurder.
64
tijdelijk
het verkeer
elektrisch
systeem
De HDC kan met behulp van de
HDC-schakelaar door de bestuurder
uit- of ingeschakeld worden.
Houd de HDC-schakelaar minstens
0,5 sec. ingedrukt om in of uit te scha-
kelen (HDC ON/OFF wordt weergege-
ven in de onderste displaygedeelte en
het pictogram van het tractieregeling
gaat aan).
Verzoeken tot het inschakelen/uit-
schakelen van de HDC zijn bij elke
snelheid mogelijk:
– Als de HDC bij een snelheid van
minder dan 4 km/h (2,5 MPH)
wordt ingeschakeld, wordt de doel-
snelheid van de HDC ingesteld op
4 km/h (2,5 MPH).
– Als de HDC bij een snelheid tus-
sen 4 en 30 km/h (2,5 tot 19 MPH)
wordt ingeschakeld, wordt de doel-
snelheid van de HDC als de daad-
werkelijke snelheid beschouwd.
– Als de HDC bij een snelheid van
meer dan 30 km/h (19 MPH) wordt
ingeschakeld(19), wordt de stand-
by-modus van de HDC ingescha-
keld (symbool blijft ingeschakeld in
de display)
O O P P M M E E R R K K I I N N G G : : Wanneer de HDC ac-
tief ingrijpt, knippert het pictogram van
het tractieregeling in de display.