2.3. AANSLUITBLOK
IN
VN
V3
De doppen dienen om de waterdichtheid (IP67) van de klemmen te garanderen wanneer deze niet gebruikt worden.
Wanneer u een stroomsensor of een spanningssnoer aansluit, schroef deze dan stevig vast om te zorgen dat het apparaat water-
dicht is. Berg de doppen op in de op het deksel van het apparaat bevestigde tas.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de stroomsensor alvorens deze aan te sluiten.
De kleine gaten boven de klemmen zijn de plaatsen voor het insteken van de gekleurde stiften die dienen om de stroom- of span-
ningsingangen te herkennen.
2.4. INSTALLATIE VAN DE GEKLEURDE MARKERINGEN
Voor meerfasen metingen begint u met het markeren van de accessoires en de klemmen met de met het apparaat meegeleverde
gekleurde ringen en stiften, waarbij iedere klem een kleur toegewezen krijgt.
Maak de juiste stiften los en plaats ze in de gaten boven de klemmen (de grote voor de stroomklemmen, de kleine voor de
spanningsklemmen).
Klik een ring in dezelfde kleur vast op ieder uiteinde van het snoer dat op de klem zal worden aangesloten.
IN
VN
V3
I3
I2
V2
Figuur 3
I3
I2
I1
V2
V1
VE/GND
I1
V1
VE/GND
Figuur 4
8
4 stroomingangen (speciale stekkers met
4 punten).
5 spanningsingangen (veiligheidsstekkers).