PiezoLED instellen
Bij wegname van de PIEZOLED wordt de instrumentstatus op het display weergege-
ven:
▪ Intensiteit
▪ modus
▪ Lichtintensiteit
▶ Als de betreffende toetsen worden ingedrukt op het bedieningsgedeelte of op
voetbediening A kunnen de instellingen worden gewijzigd. De intensiteit wordt uit-
sluitend via de voetbediening A ingesteld. De modus, spray en het licht uit/aan
worden met de voetbediening of met de bedieningstoetsen ingesteld.
ð
De actuele instellingen worden opgeslagen en bij de volgende afname geacti-
veerd.
S1
S2
S3
S4
▶ Controleer de instrument-inserts op hun correcte toestand.
Instrument-inserts kunnen door continu gebruik, op de grond vallen of verbuigen wor-
den beschadigd.
Een foutloze functie is niet meer gegarandeerd.
Verwonding door afbreken van de inserts.
▶ Controleer de instrument-inserts voor elk gebruik.
▶ Vervang de instrument-inserts bij veelvuldig gebruik elke 9 tot 12 maanden.
▶ Belast de instrument-inserts voor elk gebruik als extra veiligheid mechanisch met
ca. 10 N. (10 N komt overeen met een gewicht van 1 kg)
10 N
5.5.7 K5 plus-handstuk 4911
Zie ook:
2 Gebruiksaanwijzing K5 plus-handstuk 4911
OPGELET
41 / 74
Gebruiksaanwijzing DSE Expert
5 Bediening | 5.5 Instrumenten