[SHP] Scherpte
Stel de scherpte af tussen -9 en +9. Ruisartefacten die worden veroorzaakt door te hoge scherpte-
instellingen, kunt u reduceren met de Coring-functie.
[HDF] Frequentie horizontaal detail
Selecteer de horizontale definitie van het beeld. Kies [HIGH/HOOG], [MIDDLE/GEMIDDELD] of [LOW/
LAAG].
[DHV] Balans horizontaal/verticaal detail
Stel de balans af tussen de horizontale en verticale definitie van het beeld in het bereik -9 (alleen horizontaal)
t/m +9 (alleen verticaal).
[COR] Ruisartefacten verminderen
Stel het Coring-niveau af tussen -9 en +9. Kies hogere Coring-waarden om ruisartefacten te verminderen die
worden veroorzaakt door hoge scherpteniveaus.
[NR1] Ruisreductie 1
U kunt kiezen tussen [OFF/UIT], [HIGH/HOOG], [MIDDLE/GEMIDDELD] of [LOW/LAAG] om de ruis te
verlagen die wordt veroorzaakt doordat opnamen worden gemaakt op donkere plaatsen of doordat de
versterking te hoog is ingesteld.
• Als de beeldruis al laag is vanwege de versterkingsinstellingen, is het effect van de ruisreductiefunctie
mogelijk verwaarloosbaar.
Indien deze functie is geactiveerd (een andere instelling dan [OFF/UIT]), dan kunnen bewegende
onderwerpen een nabeeld met sporen achterlaten.
[NR2] Ruisreductie 2
U kunt kiezen tussen [OFF/UIT], [HIGH/HOOG], [MIDDLE/GEMIDDELD] of [LOW/LAAG] om de ruis te
verlagen die wordt veroorzaakt door het opnemen van snel bewegende onderwerpen.
effect dat vergelijkbaar is met toepassing van de huiddetailfunctie op het gehele beeld.
• Anders dan bij de NR1-instelling zal er geen nabeeld met sporen optreden.
[CMX] Kleurenmatrix
De kleurenmix is van invloed op de fundamentele kleurinstellingen en op de wijze waarop het gehele beeld
overkomt. U kunt kiezen tussen [NORMAL/NORMAAL], [CINE1/VIDEO VAN CINEMA] en [CINE2/VIDEO
NAAR CINEMA].
[CGN] Kleurversterking
Stel de kleurintensiteit in tussen -50 en +50.
98
Resulteert in een