Inhoudsopgave
Advertenties
Kleurenbalken/audioreferentiesignaal
U kunt kleurenbalksignalen en een audioreferentiesignaal van 1 kHz genereren en opnemen.
Met de persoonlijke functies (
SMPTE ([TYPE 2]) en kunt u ook de sterkte van het audiosignaal selecteren (-12 dB, -18 dB, of -20 dB).
1. Selecteer de standaard van het
kleurenbalksignaal [COLOR BARS/
KLEURENBALKEN] en de sterkte van het
audioreferentiesignaal [1kHz TONE/1kHZ-
TOON] met behulp van de persoonlijke
functies (
100).
2. Druk op de BARS/FADE SELECT-toets om
het pictogram
(kleurenbalken) weer te
geven.
• Door herhaaldelijk op de toets te drukken,
doorloopt u de opties als volgt:
•
begint te knipperen.
3. Druk op de BARS/FADE ON/OFF-toets.
• De kleurenbalken verschijnen en het audioreferentiesignaal wordt uitgezonden (indien geactiveerd).
Druk op de Start/Stop-toets om het signaal op te nemen.
• Als u de persoonlijke functie [1kHz TONE/1kHZ-TOON] op [OFF/UIT] zet, wordt de huidige audio-invoer
(microfoon, line in, etc.) opgenomen als het audiosignaal.
Faders
U kunt ervoor kiezen om te faden naar/van wit of naar/van zwart.
1. Druk tijdens het opnemen of in de opnamepauzestand op de BARS/FADE SELECT-
toets om het pictogram
• Door herhaaldelijk op de toets te drukken, doorloopt u de opties als volgt:
• Het pictogram van het geselecteerde fadertype begint te knipperen.
2. Druk op de BARS/FADE ON/OFF-toets.
Het pictogram stopt met knipperen.
3. Druk op de Start/Stop-toets.
• In de opnamepauzestand: Infaden van de opname vindt plaats en de opname begint. Tijdens het
opnemen: Uitfaden van de opname vindt plaats en de opname eindigt.
• Na het in/uitfaden begint het pictogram opnieuw te knipperen. Druk op de BARS/FADE ON/OFF-toets
als u de fader opnieuw wilt activeren (stap 2).
100) kunt u kiezen tussen kleurenbalken van het type EBU ([TYPE 1]) en
,
,
, geen weergave.
(witte fader) of pictogram
(zwarte fader) weer te geven.
,
,
, geen weergave.
NL
79
Advertenties
Inhoudsopgave
