DF H
ANDLEIDING
Oplossingen bij storingen (alleen voor technisch gekwalificeerd personeel)
PROBLEEM
Het bedieningspaneel werkt nor-
maal, maar het toestel reageert
niet.
Het toestel werkt niet en de LED's
op het bedieningspaneel zijn uit.
Eén ventilator werkt niet.
Handleiding versie 2.0 (26-09-2012)
MOGELIJKE OORZAAK
De ventilatoren krijgen geen span-
ning.
De verbinding tussen het bedie-
ningspaneel en de besturingsprint is
niet goed.
Het contact op de ingang voor
externe regelingen is open.
Het toestel krijgt geen spanning.
De verbinding tussen het bedie-
ningspaneel en de besturingsprint is
niet goed.
De besturingsprint werkt niet
Het bedieningspaneel is defect.
De ventilator krijgt geen spanning
of is defect.
S
WAT TE DOEN
1. Controleer de zekering op de
besturingsprint.
2. Controleer de bedrading tussen
de besturingsprint en de ventila-
toren.
1. Controleer de besturingskabel.
2. Controleer de bedrading tussen
de connectors
en
besturingsprint in het toestel.
Indien geen externe regeling is
aangesloten:
Controleer de brug op de ingang.
3. Indien een externe regeling
aanwezig is (deurcontactscha-
kelaar of BMS):
Controleer de werking van de
regelcomponent.
4. Controleer de bedrading en de
aansluiting van de regelcompo-
nent op de ingang.
5. Controleer de bedrading tussen
de ingang en de besturingsprint
(connector INHIBIT).
Controleer de aansluitingen, bedra-
ding en zekeringen van de voeding.
1. Controleer de besturingskabel.
2. Controleer de bedrading tussen
de connectors
en
besturingsprint in het toestel.
1. Controleer zekering op de
besturingsprint.
2. Controleer de voedingskabel.
3. Vervang de besturingsprint.
Controleer het bedieningspaneel,
door het op een ander toestel aan
te sluiten. Vervang het bedienings-
paneel als het niet werkt.
1. Controleer de bedrading van de
ventilator.
2. Vervang de ventilator.
TORINGEN
en de
nl
en de
nl-33