DF H
ANDLEIDING
Handleiding versie 2.0 (26-09-2012)
Werking van de master-instelling
Alleen indien meerdere toestellen zijn aangesloten op één
bedieningspaneel
alle toestellen
ingesteld als nor-
maal
ingang voor
alleen aangeslo-
externe bestu-
ten toestel rea-
ring
geert
automatische
elk toestel
temperatuurre-
wordt onafhan-
geling
kelijk geregeld
2.7.6 Meerdere toestellen met één bedieningspaneel
•
Op één bedieningspaneel kunnen maximaal 8 toestellen
worden aangesloten.
•
De toestellen worden onderling doorverbonden met Bid-
dle-besturingskabels, op de aansluitingen
•
De totale lengte van de besturingskabels tussen de door-
verbonden toestellen mag niet groter zijn dan 30 m.
•
Stel één toestel naar keuze in als master. De volgorde van
de aangesloten toestellen is hierbij niet van belang.
•
Sluit het bedieningspaneel en de externe regelcomponen-
ten aan op het master-toestel.
Opmerking:
n
Verwijder bij de overige toestellen NIET de brug op
de ingang voor externe besturing.
Zie ook:
2.7.3 "Ingang voor externe besturing", pagina 19
2.7.5 "Instellingen in het toestel", pagina 20
Toestellen met twee besturingsprints
Alleen bij de volgende types: DF S-250-E, M-250-E,
L-250-E
Deze toestellen hebben twee besturingsprints, die elk een deel
van het toestel besturen. De besturingsprint aan de aansluit-
zijde is bij levering ingesteld als master.
I
NSTALLATIE
één toestel inge-
steld als master
alle toestellen
volgen master
alle toestellen
geregeld door
master
en .
nl
nl-21