I
NSTALLATIE
2.9
Sensoren voor regeling installeren (optioneel)
nl
2.10
Externe regelingen installeren
nl-24
Voor sommige regelingen is een sensor nodig om de input te
kunnen leveren:
•
automatische CO
-regeling
2
2.9.1 CO
-sensor installeren
2
Bij automatische CO
-regeling wordt het CO
2
ingegeven door het gebouwbeheersysteem (BMS). Als deze
informatie niet aanwezig is, moet een CO
aangesloten.
1. Plaats de CO
-sensor (accessoire) in het aanzuigkanaal 1,
2
volgens de meegeleverde instructie.
2. Sluit de sensor aan op X3 (G UI 24VAC) 2 in de elektro-
nica-module, volgens het aansluitschema.
Opmerking:
n
Het CO
-niveau in de ruimte moet minimaal één
2
keer per week optimaal zijn, zodat de sensor een
goed ijk-niveau kan aanhouden.
Als deze situatie zich niet vanzelf voordoet, kunt u
hiervoor zorgen door bijvoorbeeld het toestel één
keer per week een uur eerder te laten opstarten.
2.10.1 Bijzonderheden over externe regelingen
Ingang op het toestel
Het toestel heeft een aansluiting voor een ingangssignaal.
Hierop kan bijvoorbeeld een rook- of brandmelder worden
aangesloten.
Aansluiting X3 1 is geschikt voor ingangssignalen die extern
gevoed worden.
Aansluiting X1 2 is geschikt om de aan te sluiten sensor te
voorzien van 230V voeding vanuit het toestel. Koppel bij
gebruik hiervan aansluiting X1 met een brug aan X3.
W
-
ARMTETERUGWIN
TOESTEL
-niveau
2
-sensor worden
2