Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Werking En Het Specifieke Karakter Van Draadloze Apparaten; Draadloze Detectoren - Satel ACU-220 Installatiehandleiding

Abax 2 draadloze systeem
Inhoudsopgave

Advertenties

SATEL
ASW-210 – draadloze tweekanaals 230 V AC inbouw controller. Voor elke positie ingenomen
door de controller kunt u het volgende configureren:
Werkingsmode – 0 (het relais kan alleen worden gestuurd via de controller), 1 (de ingang
maakt het mogelijk om het relais aan te sturen met een puls schakelaar) of 2 (de ingang
maakt het mogelijk om het relais aan te sturen met een maak/breek schakelaar).
Twee geluidsfrequenties (1450 Hz/2000 Hz) wisselend binnen 1
1
seconde.
Geluid met stijgende frequentie (van 1450 Hz tot 2000 Hz) binnen 1
2
seconde.
Geluid met dalende frequentie (van 2000 Hz tot 1450 Hz) binnen 1
3
seconde.
Tabel 9. Typen akoestische signaleringen beschikbaar in de ASP-215 sirene / flitser.
8.2.2

De werking en het specifieke karakter van draadloze apparaten

Wanneer u de apparaten selecteert die de controller ingangen aansturen en apparaten die
moeten worden aangestuurd door de uitgangen van de controller, houdt dan rekening met
het specifieke karakter en de werking van elk apparaat.
Als de controller geïntegreerd is met een ander systeem dat de RS-485 bus gebruikt,
worden de ingangen en uitgangen van de controller niet ondersteund. Voor het
besturen van draadloze apparaten en het lezen van de informatie over de status
ervan, wordt het Modbus RTU-protocol gebruikt (zie "RS-485 bus" p. 9).
8.2.2.1

Draadloze detectoren

De status van de ingang waaraan de detector toegewezen is, heeft effect op de
werkingsmode van de detector:
normale ingang status – de detector werkt in de passieve mode. Deze werkingsmode
verlengt de gebruiksduur van de batterij. De detector informeert de controller over zijn
status tijdens de periodieke communicatie (alleen de sabotage informatie wordt direct
verzonden).
ingang geactiveerd – de detector werkt in de actieve mode. De detector informeert de
controller direct over een alarm of sabotage.
Om de controller ingangen aan te sturen kunt u bijv. de uitgangen (OC type of relais) van het
alarmsysteem gebruiken. De uitgang van het alarmsysteem kan worden geprogrammeerd als
bijv. "IN status". Door het alarmsysteem in te schakelen, schakelen de detectoren over naar
actieve status en bij uitschakelen van het alarmsysteem, naar de passieve status.
De detector schakelen van de passieve mode naar actief en vice versa, vindt plaats tijdens
periodieke communicatie. Dit resulteert in een vertraging, waarvan de duur afhangt van de
frequentie van periodieke communicatie (als de optie "ECO" ingeschakeld is kan de
vertraging maximaal 3 minuten bedragen).
Voor de meeste detectoren kunt u de optie "Altijd actief" inschakelen.
Conform de EN50131-3 standaard, dienen alle overval knoppen die gebruikt worden in
het ABAX 2 systeem, altijd in de actieve mode te staan.
De levensduur van de batterij in detectoren die permanent in de actieve mode
geschakeld zijn, is korter dan die periodiek naar de passieve mode worden
geschakeld. Indien het specifieke karakter van een detector of de installatie locatie
ACU-220
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave