Inhoudsopgave
Advertenties
32
6.2. Een nieuwe zone naam zal worden weergegeven, waartoe het apparaat is
toegewezen. Je kunt de naam wijzigen. Als het apparaat twee of meer posities in de
apparatenlijst bezet, zal dezelfde naam worden gegeven aan de andere zones. Als
het apparaat ook wordt toegewezen aan uitgangen, krijgen de uitgangen dezelfde
naam.
6.3. Voor sommige apparaten kunt u selecteren of het apparaat een of twee posities in de
apparatenlijst moet innemen.
7. Klik op de "OK" knop.
8. Het "Nieuw apparaat" scherm zal sluiten.
9. Het nieuwe apparaat zal worden weergegeven in de apparatenlijst.
10. Klik op de "Identificatie" knop (zie Afb. 21). De nieuwe draadloze zones / uitgangen zijn
niet beschikbaar in het alarmsysteem totdat de identificatie procedure van de uitbreiding
is voltooid.
LCD Bediendeel
U kunt een draadloos apparaat toevoegen in de service mode, via de "Nieuw apparaat"
functie ("Structuur" "Hardware" "Uitbreidingen" "Instellingen" [controller naam]
"Nieuw apparaat").
Wanneer u een apparaat toevoegt, kunt u de zone van het alarmsysteem selecteren
waaraan u het apparaat wilt toewijzen. Het kan een van de niet-bezette zones zijn van de
controller. Als het apparaat meer dan één positie inneemt op de apparatenlijst, worden extra
zones automatisch toegewezen aan het apparaat (dit zijn de zones die volgen op de
geselecteerde zone). Het apparaat wordt automatisch toegewezen aan de uitgangen (aan de
eerste onbezette uitgang van de controller).
1. Start de "Nieuw apparaat" functie.
2. Wanneer het "Apparaat serienummer" wordt weergegeven, voert u het serienummer in
van het nieuwe apparaat.
3. Druk op de
toets.
4. Wanneer de opdracht "Open sabotage apparaat" wordt weergegeven, schakelt u het
apparaat in (plaats de batterij in het apparaat, zet voeding op het apparaat, enz.).
5. Het type en serienummer van het apparaat zal worden weergegeven (als er een bericht
wordt weergegeven om u te laten weten dat het ingevoerde serienummer ongeldig is of
als het apparaat al geregistreerd is, drukt u
6. Druk op de 1 toets.
7. Als u kunt selecteren of het apparaat een of twee posities (kanalen) inneemt op de
apparatenlijst, wordt u hierover door een speciaal bericht geïnformeerd. Druk op toets 1
(het apparaat bezet 1 positie) of toets 2 (het apparaat bezet 2 posities).
8. Gebruik de en toetsen om de zone te selecteren waaraan u het apparaat wilt
toewijzen.
9. Druk op de
toets.
10. Een bericht zal worden weergegeven dat uitbreiding identificatie procedure gestart is.
11. Wanneer de procedure voltooid is wordt de nieuwe naam van de zone / uitgang, waaraan
het apparaat is toegewezen, weergegeven. U kunt de naam wijzigen.
12. Druk op de
toets.
13. Als het apparaat twee of meer zones / uitgangen bezet, wordt de procedure voor het
invoeren van namen voor hen herhaald.
ACU-220
op om de functie te verlaten).
SATEL
Advertenties
Inhoudsopgave
