Inhoudsopgave
Advertenties
34
Als u apparaten wilt toevoegen of verwijderen, kunt u het DLOADX-programma gebruiken
(versie vereist: 1.20.002 of nieuwer) of een LCD bediendeel. Raadpleeg de handleidingen
van de inbraakcentrale voor meer informatie over het DLOADX-programma en de LCD
bediendelen.
Er kunnen tot 30 apparaten worden geregistreerd in de controller. Elke positie op de
apparatenlijst betekent één draadloze zone of één draadloze zone en één uitgang.
7.1.2.1
Draadloze apparaten toevoegen
Wanneer u een apparaat toevoegt, kunt u de zone van het alarmsysteem selecteren
waaraan u het apparaat wilt toewijzen. Dit kan elke zone zijn waar geen draadloos apparaat
aan toegewezen is. Als het apparaat meer dan één positie inneemt op de apparatenlijst,
worden extra zones automatisch toegewezen aan het apparaat (dit zijn de zones die direct
volgen op de geselecteerde zone).
Indien het apparaat ook een uitgang bevat, dan zal het uitgangsnummer identiek zijn als die
van de zone.
Het alarmsysteem ondersteund geen draadloze uitgangen die genummerd zijn van 13
t/m 30. Zorg ervoor dat apparaten die tegelijkertijd toegewezen worden aan uitgangen
(bijvoorbeeld sirenes, controllers, enz.) als eerste te registreren en niet toe te wijzen
aan de zones van 13 tot 30.
DLOADX programma
U kunt een draadloos apparaat verwijderen bij het "VERSA - Structuur" scherm, "Hardware"
tabblad, na het klikken op de naam van de controller in de lijst en klik daarna op het
"Zones/Uitgangen" tabblad.
1. Klik op de "Lezen" knop. De data van draadloze apparaten wordt gelezen uit de controller
(deze data wordt niet gelezen na het klikken op de
2. Klik op de zone waaraan een nieuw draadloos apparaat dient te worden toegevoegd
(u kunt deze ook later selecteren in het "Nieuw apparaat" scherm).
3. Klik op de "Nieuw apparaat" knop.
4. Het "Nieuw apparaat" scherm zal openen.
5. Voer het serienummer in van het apparaat dat wordt toegevoegd in het "Serienummer"
veld.
6. Zet het apparaat aan (plaats de batterij, zet voeding op het apparaat, enz.).
7. Een bericht wordt getoond dat een nieuw apparaat is toegevoegd (behalve als een
verkeerd serienummer ingevoerd is, waarvan u ook een bericht krijgt).
7.1. Het type apparaat zal worden weergegeven. Voor de AXD-200 multifunctionele
detector kunt u het detector type selecteren.
Als het detector type dat u selecteert afwijkt van het type dat is ingesteld voordat de
AXD-200-detector aan het systeem werd toegevoegd, verandert het type tijdens de
periodieke communicatie. Dit resulteert in een vertraging, waarvan de duur afhangt
van de frequentie van periodieke communicatie (als de optie ECO ingeschakeld is
kan de vertraging maximaal 3 minuten bedragen).
7.2. Een nieuwe zone naam zal worden weergegeven, waartoe het apparaat is
toegewezen. Je kunt de naam wijzigen. Als het apparaat twee of meer posities in de
apparatenlijst bezet, zal dezelfde naam worden gegeven aan de andere zones. Als
het apparaat ook wordt toegewezen aan uitgangen, krijgen de uitgangen dezelfde
naam.
ACU-220
knop in het DLOADX menu).
SATEL
Advertenties
Inhoudsopgave
