SATEL
Draadloze 230 V AC-controllers – bestuurt het relais (230 V AC-voeding):
– ingang geactiveerd – uitgang aan (voeding erop),
– normale ingang status – relais uit (voeding eraf).
Selecteer de sturingsingang voor elk geregistreerd draadloos apparaat in de controller. Voor
sommige apparaten (ASP-200 en ASP-215 sirene / flitsers, ACX-210 en ACX-220
uitbreidingen, ASW-210 controller), welke twee of meer posities in de apparatenlijst innemen,
dient de sturingsingang voor elke positie te worden ingesteld. Eén ingang kan een onbeperkt
aantal apparaten aansturen.
U kunt de controller ingangen programmeren als NO (normally open) of NC (normally
closed).
Op de sturingsingangen kunt u bijv. uitgangen van het alarmsysteem of een ander apparaat
aansluiten.
Als de controller geïntegreerd is met een ander systeem dat de RS-485 bus gebruikt
(zie "RS-485 bus" p. 9), worden de sturingsingangen niet ondersteund.
3.5
Programmeerbare uitgangen [universele module voor draadloze
apparaten]
8 OC type uitgangen (OUT1...OUT8) kunnen de status van draadloze apparaten weergeven
of kunnen worden gestuurd via de handzenders. Afhankelijk van het type draadloos
apparaat, wordt de uitgang actief als:
een alarm optreed (draadloos apparaat),
de signalering geactiveerd wordt (draadloze sirene / flitser),
de 230 V AC uitvalt (ARU-200 draadloos signaal repeater),
een accu storing optreed (ARU-200 draadloos signaal repeater),
een
ingang
zones / uitgangen),
ASW-210 controllerrelais is ingeschakeld / ingang is geactiveerd,
ASW-200 smart plug relais is ingeschakeld / knop is ingedrukt.
Elk draadloos apparaat moet aan een uitgang worden toegewezen. Als het apparaat twee of
meer posities in de apparatenlijst bezet, moet elke positie aan een uitgang worden
toegewezen. U kunt een onbeperkt aantal apparaten toewijzen aan één uitgang.
Elke handzender knop kan één uitgang aansturen.
U kunt de uitgangen programmeren als NO (normally open) of NC (normally closed).
De uitgangen kunnen bijvoorbeeld worden aangesloten op de zones van het alarmsysteem
of ze kunnen worden gebruikt om automatiseringsapparatuur aan te sturen.
3.6
RS-485 bus [universele module voor draadloze apparaten]
De RS-485 bus kan de controller integreren met andere systemen (bijv. automatisering of
data-acquisitiesystemen) om deze systemen te informeren over de status van draadloze
apparaten en om sturingsopdrachten van de controller te ontvangen. De gegevens worden
verzonden met behulp van het Modbus RTU communicatieprotocol. De controller is een
"Slave" apparaat type en ondersteunt twee functies van het protocol:
Read Holding Registers (kod: 0x03 [hex], 03 [dec]) – leest waarden van één of meer
registers.
Write Multiple registers (kod: 0x10 [hex], 16 [dec]) – wijzigt waarden van één of meer
registers.
van
de
uitbreiding
ACU-220
geactiveerd
is
(uitbreiding
voor
9
bekabelde