D-2 GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Een verkeerde of onvoldoende onderhoudsbeurt kan
de wagen gevaarlijk maken voor de operator of voor de
mensen die in nabijheid komen. Zorgen dat onderhoud
en smering regelmatig uitgevoerd worden, zoals
aangeduid door de fabrikant, teneinde de wagen zo
veilig mogelijk te houden.
De onderhoudsbeurten staan in verband met het aantal
werkuren die de wagen uitvoert. De urenteller nakijken
en steeds werkend houden. Nagaan of alle
onregelmatigheden, ondervonden tijdens de
onderhoudsbeurt, hersteld worden alvorens de wagen
alweer te gebruiken.
OPGELET
Alle operaties, aangeduid met "▲" moeten door
een gespecialiseerde technicus uitgevoerd
worden.
Binnen de eerste 10 werkuren
1
Controleer het oliepeil van de terugvoerders en
differentieel
2
Controleer het vastzitten van de schroefbouten
van de wielen regelmatig
3
Controleer de banddruk
4
Controleer het vastzitten van alle schroefbouten in
het algemeen
5
Controleer eventuele olielekkages uit de koppelingen
Binnen de eerste 50 werkuren
1
Eerste verversing motorolie uitvoeren
Elke 10 werkuren of dagelijks
1
Controleer het oliepeil van de motor
2
Reinig de filter voor de luchtzuiging
3
Reinig de voorfilter voor de luchtzuiging
4
Verwijder het stof uit de filter door middel van de
speciale rubberen membraan op de filter zelf
5
Controleer het niveau van de motor koelvloeistof
6
Indien nodig, radiator schoonmaken
7
Niveau hydraulische olie tank controleren
8
Zorgen dat verlengassen ingevet zijn en
corresponderen met schuifschaatsen
9
Smeer de rotatieschijf van tegenchassis/toren in
10 Smeer de eindwerktuig-draagblad in
Heflift met telescopische arm Serie GIROLIFT
ONDERHOUD
11 Smeer alle articulaties van arm en stabilisatoren,
de scharnieren van voor- en achterassen, de
overbrengingsassen en eventuele uitrusting die
bij de machine hoort in
12 Controleer
omkantelsysteem
13 Controleer de werking van de remsysteem en de
parkeerrem
14 Controleer de werking van de differentieel blokkering
15 Controleer de werking van de draai-selectiesysteem
16 Controleer de werking van de selectie van de
mechanische versnelling
17 Controleer de werking van de keuzeschakelaar
beweging vooruit/achteruit
18 Controleer de werking van de evenwicht-systeem
van de vorken
19 Nagaan of de toegepaste veiligheidsinrichtingen
goed werken, volgens procedure in
Elke 50 werkuren of wekelijks
Behalve de dagelijkse, zijn ook nog deze operaties uit te voeren
1
Controleer de druk op riemen van alternateur
2
Controleer de banddruk
3
Controleer het vastzitten van de schroefbouten
van de wielen
4
Controleer het vastzitten van de schroeven van de
cardanassen
5
Controleer de sluiting van de bevestigingsschroeven
van de tegenchassis/toren rotatieschijf
6
Controleer de sluiting van de glijblokken van de
telescopische arm
7
Controleer de verbindingsmoffen luchtfilter en
motorkoeling
8
Controleer de werking van de noodpomp (indien
geïnstalleerd).
Elke 250 werkuren of maandelijks
Behalve de dagelijkse, zijn ook nog deze operaties uit te voeren
1
Vervang de motorolie en betreffend filter
2
Controleer het oliepeil van de snelheidskoppeling
3
Controleer het oliepeil in de voor- en achterdifferentieel
4
Controleer het oliepeil in de vier wiel-reductors
5
Controleer het oliepeil in de rotatie reductor van
tegenchassis/toren
6
Controleer de integriteit van het luchtfilter en,
indien nodig, vervang
7
Controleer het vastzitten van de polen van de accu
8
Controleer de integriteit van de luchtzuigbuis tussen
filter en motor
9
Controleer de verchroomde stelen van cilinders
D-3
Pagina
Document 57.0008.8700 - 05/2007
de
werking
van
de
anti-
hfd.
D-3.19.