■ C-4.5 MACHINE OP GANG BRENGEN
Na de motor op temperatuur gebracht te hebben,
nagaan of alle delen op transport-stand staan en dat de
versnellingshendel vrij staat, daarna:
• De stabilisators moeten compleet van grond
geheven zijn.
• Een versnelling inschakelen volgens het type werk
dat men wil uitvoeren en het type werkterrein.
• Het draaitype uitkiezen.
• De gewenste richting aanduiden (voor- of achteruit).
• De parkeerrem ontkoppelen.
• Gradueel op gaspedaal duwen om de beweging te
beginnen.
GEVAAR
De voor-/of achteruit hendel niet gebruiken als de
wagen in beweging is. Het voertuig zou plotseling
van richting veranderen met gevaarlijke gevolgen
voor de operator.
Heflift met telescopische arm Serie GIROLIFT
GEBRUIKSAANWIJZING
■ C-4.6 MACHINE STOPPEN EN PARKEREN
Indien mogelijk, wagen stilzetten op een vlak, droog en
stabiel terrein:
• Machine langzaam stilzetten door gaspedaal
gradueel los te laten en rempedaal in te duwen.
• Richting-selectiehendel vrij zetten.
• Standrem inschakelen en nagaan of relatief lichtje
aanschiet.
• Rempedaal loslaten.
• Eindwerktuig van de telescopische arm op de grond
rusten.
• Sleutel van start-schakelaar op "0" draaien en
uittrekken.
• Uit de wagen stappen en de cabine op slot doen.
• Accu-ontkoppelingsschakelaar uit draaien (OFF).
Steeds naar de wagen gedraaid in- of uitstappen;
zorgen dat schoenen en handen schoon en droog
zijn en grepen gebruiken om glijden en vallen te
voorkomen.
Bij het stilzetten van de wagen altijd de parkeerrem
inschakelen om mogelijke bewegingen van de
wagen te voorkomen.
C-35
Pagina
Document 57.0008.8700 - 05/2007
GEVAAR
GEVAAR