■ C-3.2.10 Hulp stuurbedieningen
19
Schakelaar noodlichten
Deze is voorzien van twee stabiele
standen, aan/uit, en bedient het gelijktijdig
en intermitterend aangaan van de
knipperlichten
21
Schakelaar ventilator cabine
Deze is voorzien van drie stabiele standen:
0 Uit
1 Eerste snelheid
2 Tweede snelheid
18
Schakelaar noodpomp
Op linkerkant van instrumentenbord
aangebracht, heeft twee standen:
0 Pomp is uit
1 Aanzetten pomp (rode lampje is aan)
De knop moet ingedrukt blijven terwijl men
met de hand commandos op de verdeler
uitoefend.
Bij het loslaten gaat de pomp weer uit.
Juiste volgorde voor het werken:
•
Motor uit.
•
Sleutel van schakelaar in stand 1.
•
Hendel draaien om de gewenste beweging uit te
oefenen
•
Startknop van noodpomp indrukken.
OPGELET
Activeer de noodpomp niet voordat de gewenste
bediening met de hendel is uitgevoerd.
De noodpomp werkt door middel van een
elektrische motor. Daarom raden we aan deze
ongeveer 30 seconden lang aan te laten, deze tijd
afgewisseld met ongeveer 2 minuten pauze voor
het afkoelen van de elektrische motor.
OPGELET
Controleer wekelijks de goede werking van de
noodpomp deze zou ook in geval van niet gebruik
kunnen beschadigen.
Heflift met telescopische arm Serie GIROLIFT
GEBRUIKSAANWIJZING
22
Schakelaar koplampen voor wegverkeer
23
50 Bedieningskraan cabine verwarming
Deze bevindt zich aan de linkerzijde onder de
bestuurderszitting.
•
Door de kraan met de wijzers van de klok mee te
draaien wordt de verwarming uitgezet.
•
Door de kraan tegen de klok in te draaien wordt
de cabine verwarming aangezet.
•
De hoeveelheid warme lucht wordt geregeld door
de ventilator schakelaar van de cabine
klimaatregelaar 21.
C-15
Pagina
Document 57.0008.8700 - 05/2007
Aan de rechterzijde van het dashboard, boven
de aanloopschakelaar, verbonden met de
hendel 7
(zie hfd.
C-3.2.3).
Schakelaar achtermistlamp
Aan de rechterzijde van het dashboard, boven
de aanloopschakelaar, heeft twee standen:
0 Achtermistlampen uit
1 Achtermistlampen aan (het controlelampje
op de schakelaar gaat aan).
0