Inhoudsopgave
Advertenties
Explosieveilige reductors – Bedrijfs- en montagehandleiding
Bij een klauwkoppeling (ROTEX) meet u de tanddikte van de elastomeertandkrans volgens de
Afbeelding29. B
is de minimaal toegelaten tanddikte.
min
Afbeelding29: Meting van de tanddikte bij de klauwkoppeling ROTEX
Type
R14
B [mm]
B
[mm]
min
Tabel 10: Slijtagegrenswaarden van de koppelingstandkransen
Bij spiraalvertandingen bedraagt de grenswaarde voor slijtage X = 0,8 mm zoals in de volgende
afbeelding wordt weergegeven.
Afbeelding 30: Meting van de tandhulsslijtage op de gebogen tandkoppeling BoWex®
Informatie
Indien bij het testen van de koppeling blijkt dat de slijtage minder dan 25% van de grenswaarde
bedraagt, is het toegestaan om het interval voor het testen van de koppeling te verdubbelen, d.w.z.
naar 5000 bedrijfsuren, minimaal een jaar.
Pos : 374 /Anleitungen/Getri ebe/5. Inspekti on und War tung/Ins pek tions- und W artungs arbeiten/Ins pekti ons- und Wartungsarbeiten_05_F ett nac hsc hmier enz @ 56\m od_1604508039835_2130.docx @ 2686917 @ 3 @ 1
5.2.11 Met vet nasmeren (optie: VL2, VL3, W, AI, AN)
Bij sommige reductoruitvoeringen is een nasmeervoorziening aanwezig.
Bij de roerwerkuitvoeringen VL2 en VL3 vóór het nasmeren de ontluchtingsschroef tegenover de
smeernippel
losdraaien.
ontluchtingsschroefgat is ontsnapt. Draai vervolgens de ontluchtingsschroef er weer in.
Bij optie W en de IEC/NEMA-adapters AI en AN optie BRG1 het buitenste rollager bij de smeernippel
nasmeren met ca. 20-25 g vet. De smeernippel bevindt zich onder een opgeschroefd inspectiedeksel.
Alvorens na te smeren, draait u de vetaftapplug los, zodat het overtollige vet kan weglopen. Verwijder
overtollig vet van de motoradapter.
56
Grenswaarden voor slijtage aan koppelings-tandkransen
R24
R38
9,7
8,6
13,3
7,7
5,6
10,3
Vet
nasmeren
tot
R42
R48
15,7
17,7
11,7
13,7
Toelichting
1
Huls
2
Naaf
een
hoeveelheid
van
R55
R65
R90
19,6
22,2
32,3
14,6
17,2
24,3
ca.
20-25 g
uit
B 2000 nl-2822
het
Advertenties
Inhoudsopgave
