1. Draagframe
2. Bovenkant van maaidek
3. Bevestigingsbouten van
draagframe
Hoogte van maaidek controleren
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te
verlaten.
3. Pomp de banden op de voorgeschreven spanning;
zie Onderhoud aandrijfsysteem (bladz. 31).
4. Meet de hoogte van het maaidek bij punt A
(Figuur 53).
Figuur 52
4. Punt A, 33 mm, ± 6 mm
5. Richtlineaal
6. Dwarsbuis van
draagframe
1. Achteraanzicht van
machine
2. Bovenkant van maaidek
5. Meet de hoogte van het maaidek bij punt B
(Figuur 53).
6. Als de hoogte bij punten A en B niet gelijk is, moet
u de bandenspanning iets veranderen totdat deze
punten even hoog zijn.
Schuinstand van draagframe
controleren
Het draagframe moet een schuinstand van 3 tot 9 mm
hebben over een lengte van 61 cm (Figuur 54).
1. Meet een lengte van 61 cm op het draagframe af
(Figuur 54).
1. Draagframe
2. Schuinstand van 6-10 mm
over een lengte van 61 cm
3. 61 cm
2. Meet de hoogte van het draagframe bij punt A
(Figuur 54).
3. Meet de hoogte van het draagframe bij punt B
(Figuur 54).
41
Figuur 53
3. Banden
4. Gelijke hoogte bij punten
A en B
Figuur 54
4. Hoogte bij punten A en B
5. Zwenkwiel
6. Afstandsstukken van
zwenkwielen