Effect blok
4. Bass Cut Sw (Bass Cut Filter Switch)
Waarde: Off, On
Dit filter haalt Popping en soortgelijke geluiden weg,
en ook onnodige lage frequentie geluiden. Als dit fil-
ter aanstaat, wordt een filter gecreëerd dat een Bass
Cut filter nadoet. Als het uitstaat, werkt de Freq.
instelling niet.
5. Bass Cut Freq. (frequentie)
Waarde: Thru, 20-2000 Hz
Past de grens frequentie van de Bass Cut filter aan.
6. Distance Sw
Waarde: Off, On
Microfoons accentureren de lage tonen als ze dicht bij
het basis signaal zijn geplaatst. Dit staat bekend als
het Proximity effect. Als dit effect aan wordt gezet,
worden frequentie kenmerken en timing verschillen
gesimuleerd die veranderen als de afstand verandert.
Als dit effect uit staat, werken de ProxFx, Interval
instellingen niet.
7. Prox.Fx (Proximity effect)
Waarde: -12 - +12
Microfoons accentureren de lage tonen als ze dicht bij
het basis signaal zijn geplaatst. Dit effect simuleert
die kwaliteiten, en compenseert de lage tonen karak-
teristieken die veranderen als de afstand verandert.
Positieve instellingen brengen de microfoon dichter
bij de bron, negatieve instellingen zetten de micro-
foon op een grotere afstand.
8. Time
Waarde: 0-3000 cm
Simuleert het tijdsverschil dat verandert door de
afstand tot de bron.
Lmt (Mic modeling limiter)
1. Limiter
Waarde: Off, On
Dit effect comprimeert sterke signalen, waardoor ver-
vorming voorkomen wordt.
2. Threshold
Waarde: -60 – 0 dB
430
Stelt het volume niveau in waar de Limiter begint te
functioneren.
3. Output Level
Waarde: -60 – +24 dB
Stelt het output niveau van de Limiter in.
Past het niveau aan van de detector grens frequentie.
4. Attack
Waarde: 0-100
Stelt de tijd in, waarop de Limiter begint te functione-
ren, nadat het input niveau de grens frequentie heeft
overschreden.
5. Release
Waarde: 0-100
Stelt de tijd in, waarop het effect stopt, nadat het
geluid onder het grens niveau weg is gezakt.
6. Freq (Frequency)
Waarde: Thru, 20-2000 Hz