Het bewerken van een song
• Resolution
Specificeert de nootwaarde van het interval, waarop de timing gecorrigeerd zal wor-
den. Kies de kortste nootwaarde, die in de correctieregio voorkomt.
• Strength
Specificeert de mate waarop de noottiming naar de intervallen gespecificeerd door
'Resolution' verschoven wordt. Bij een 'Strength' van 100% zullen noten volledig uit-
gelijnd worden. Lagere instellingen zullen minder correctie toepassen, en met een
'Strength' van 0% zal er geen correctie plaats vinden.
Het is mogelijk dat 'Template Quantize' onverwachte resultate oplevert met speeldate
waar de timing fluctueert. In zulke gevallen dient u eerst 'Grid Quantize' toe te passen
om de timing van de data strakker te maken.
• Rate
Deze instelling is beschikbaar als u 'Type' ingesteld heeft op 'Shuffle'. Het specificeert
de afstand, waarmee backbeats van de 'Resolution'-nootwaarde gescheiden zullen
worden van de downbeats. U kunt een 'swing'-gevoel creëren door de timing van de
backbeats te verschuiven. Bij een instelling van 50% zullen backbeats exact tussen de
aanliggende downbeats geplaatst worden. Bij een instelling van 0% zullen backbeats
volledig naar de voorafgaande downbeats verschoven worden. Bij een instelling van
100% zullen backbeats volledig naar de volgende downbeat verschoven worden.
• Note Range
Dit specificeert het bereik van noten dat gecorrigeerd zal worden.
Als u bijvoorbeeld noten tussen C3 en C4 wilt corrigeren, moet u de linker- en rechter-
waarden van de 'Range' parameter op 'C3' en 'C4' respectievelijk zetten. U kunt deze
waarden ook instellen door pads aan te slaan.
4.
Druk op
De gespecificeerde dataregio zal gecorrigeerd worden.
Het bewerken van nootaccenten ('Change Velocity')
Dit commando laat u de kracht (aanslag) van nootberichten bewerken.
1.
Specificeer de bewerkingsregio zoals omschreven in Het gebruiken van het
PIANO ROLL EDIT scherm om een MIDI spoor te bewerken (pag. 90) of
Het gebruiken van het SEQUENCE EDIT scherm om te bewerken (pag.
91).
Dit specificeert de regio van sequencedata waarin de aanslag bewerkt zal worden.
2.
Ga naar de SELECT SEQUENCE EDIT COMMAND popup (pag. 223) en
kies 'Change Velocity...'
De CHANGE VELOCITY popup (pag. 229) verschijnt.
3.
De parameters instellen.
• Magnify
Gebruik deze parameter om de verschillen in aanslag (m.a.w. dynamiek) te vergroten
of te verkleinen. Gebruik een instelling van 99% of lager om de dynamiek van uw
opgenomen spel consistenter te maken. Gebruik een instelling van 101% of hoger om
de dynamiek meer te laten variëren. Hogere instellingen zullen luide noten luider
maken en zachte noten zachter. Bij een instelling van 100% vindt er geen verandering
plaats.
• Bias
Gebruik deze parameter om een uniforme verandering van de aanslag uit te voeren.
98
(Execute).
De 'Note Range' parameter is
beschikbaar als u de QUAN-
TIZE popup bereikt heeft van-
uit het SEQUENCE EDIT
scherm.
Zie voor meer over alle para-
meters en waarden van het
'Change Velocity'-commando
CHANGE VELOCITY popup
(pag. 229).