RECORDING PARAMETER (MIDI) popup
Hier kunt u parameters instellen voor opname op een
MIDI spoor.
Uitleg van elk gebied
1. Rec Modus (Opnamemodus)
Specificeert hoe de opname zal plaatsvinden.
Waarde
Uitleg
Nieuw opgenomen data wordt aan
[Overdub]
de eerder opgenomen data toege-
voegd.
Nieuw opgenomen data vervangt
Replace
de eerder opgenomen data.
2. Count In
Geeft aan hoe de opname zal beginnen.
Waarde
Uitleg
Opname begint op het moment dat u op
Off
[PLAY] drukt. (er is geen klik hoorbaar).
1 Meas
Opname begint na één maat aftellen.
[2 Meas]
Opname begint na twee maten aftellen.
3. Auto Punch In / Auto Punch Out
U kunt twee tijdslocaties aangeven, waarop de
opname automatisch zal starten en stoppen ('auto
punch').
Parameter
Auto Punch In
Auto Punch Out
'Auto Punch In' kan niet op een locatie na 'Auto
Punch Out' worden ingesteld.
Maak Loopinstellingen in de LOOP popup (pag.
238).
Waarde
([Loop Start time]) ~
(Loop End time)
([Auto Punch In time]) ~
(Loop End time)
Om toegang tot dit scherm te
krijgen
➜
•
➜
•
Om deze popup te kunnen openen, moet u een
MIDI spoor als het huidige spoor specificeren.
4. Metronome Mode
Specificeert, wanneer het metronoomsignaal zal klin-
ken.
Waarde
Uitleg
Off
De metronoom zal niet klinken.
De metronoom is alleen tijdens op-
[Rec Only]
name hoorbaar.
De metronoom klinkt tijdens opna-
Play&Rec
me en afspelen.
Always
De metronoom is altijd hoorbaar.
5. Input Quantize Type
U kunt 'Quantize' toepassen, terwijl u opneemt,
zodat de gecorrigeerde data op het sequencerspoor
wordt opgenomen.
Waard
Uitleg
e
[Off]
'Input Quantize' wordt niet gebruikt.
De sequencedata wordt aangepast aan
de hand van timingintervallen die door
Grid
de 'Grid Quantize Resolution' parame-
ter worden gespecificeerd.
'Shuffle Quantize' wordt toegepast. De
sequencedata wordt naar voren of naar
achteren aangepast, relatief aan de ti-
mingintervallen die door de 'Shuffle
Quantize Resolution' parameter is ge-
specificeerd, met de hoeveelheid die
Shuffle
door 'Shuffle Quantize Rate' is gespeci-
ficeerd.
Dit geeft het ritme een 'shuffle' of
'swing' gevoel.
6. Strength (Quantize strength)
Specificeert de sterkte van 'Quantize' die op de noten
wordt toegepast die door 'Grid Quantize Resolution'
of 'Shuffle Quantize Resolution' zijn gespecificeerd.
Als deze parameter op hogere waardes wordt inge-
SEQUENCE
209