Samenvoegen van additioneel materiaal
(Voorbeeld) De Sample toekennen aan aparte pitches F3 tot en met E4.
Parameter en instelling
Zet Keyboard aan (key-
board mode)
Originele sleutel=C4
etc.
Toekennen aan=F3-E4
U kunt Sample data importeren, die gecreëerd is voor de Roland S-700 series of voor
de Akai MPC-2000(XL).
28
5
Stel de parameters in in het
QUICK ASSIGN venster.
Resultaat
Dit kent het Sample toe in een schaal van halftoon stappen
rond de originele sleutel.
Met C4 ingesteld, laat noot nummer C4 het Sample in
dezelfde toonhoogte horen als toen het werd opgenomen.
Dit kent het Sample toe aan de reeks F3 tot en met E4.
6
Druk op
Het sampled geluid wordt toegekend aan
de Pads. Ken de Patch toe aan de huidige
Track en speel het af, zoals beschreven in
Gebruik van de Velocity Pads (pag. 13).
(Set).
U kunt [F1 (Name)] gebruiken
om de naam te geven of te
bewerken. Voor meer
informatie over het invoeren
van een naam, wordt u
verwezen naar tekstinvoer
(pag. 9).
Voor meer informatie over
andere parameters verwijzen
wij u naar Gebruikers-
handleiding pag. 359.